warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
53
Parameter P18 – Functie SG
Als er een SG-signaal beschikbaar is, is het mogelijk de signaalkabel te verbinden zoals beschreven
is in par. 4.5 afb.12 en functie P18 te activeren, zodoende verschijnt op het display het pictogram
SG. Wanneer het signaal SIG2 minstens 5 minuten ontvangen wordt (wanneer het product eenmaal
een cyclus begint, werkt het minstens 30 minuten lang), wisselt de tekst van de geselecteerde
modus af met de tekst SG ON en wordt de huidige werkingswijze automatisch gewijzigd door het product
thermostatisch op de ingestelde temperatuur te regelen (de hoogste van de twee waarden T SET POINT en T W PV)
door middel van alleen de warmtepomp (max. 62°C).
Als parameter P9 actief is, wordt de functie P9 gedeactiveerd als de SG-functie automatisch geactiveerd wordt.
Parameter P19 – Fouten
Dit is een alleen-lezen parameter die uitsluitend toegankelijk is voor de technische assistentie en de geschiedenis van
de laatste 10 storingen toont. Het nummer (3 tekens) geeft de code van de opgetreden storing aan terwijl de onderste
string het storingsnummer in chronologische volgorde vormt (max. 10 storing – nummer 10 is de storing die het laatst
is opgetreden).
7.8 Antivriesfunctie
Wanneer het product gevoed wordt en er geen warm water wordt gevraagd, wordt, als de temperatuur van het water
in het reservoir onder 5°C daalt, automatisch het verwarmingselement (1000 W) ingeschakeld om het water te
verwarmen tot 16°C. Bij P8=3 wordt de functie vervuld door de aanvulling.
7.9 Defrost
De Defrost-functie wordt geactiveerd wanneer de warmtepomp al minstens 20 minuten functioneert, de
waargenomen luchttemperatuur onder 15°C ligt en de verdampertemperatuur snel afneemt. Wanneer de
defrost-cyclus in werking is, wordt op het display het hiernaast afgebeelde pictogram weergegeven.
7.10 Aantal beschikbare douches
Het pictogram hiernaast geeft een schatting van het aantal douches dat kan worden genomen met de
beschikbare hoeveelheid water. Een douche wordt gezien als: 40 l op 40°C. Druk de knop in om de waarde
te zien.
7.11 Opsporen van fouten
Op het moment dat zich een storing voordoet, begint het display te knipperen en verschijnt de storingscode. De boiler
zal warm water blijven produceren mits de storing slechts één van de twee verwarmingsgroepen betreft, en zal de
warmtepomp of het verwarmingselement laten werken.
Als de storing de warmtepomp betreft, verschijnt op het scherm het knipperende symbool “HP”. Als de storing het
verwarmingselement betreft zal het symbool van het verwarmingselement gaan knipperen. Als de storing beide betreft
zullen ze beide gaan knipperen.
Als het product een storing zou signaleren, schakelt u het apparaat uit en weer aan met de ON/OFF-toets (nee
batterijen); doet de foutsignalering zich opnieuw voor, dan dient u de technische assistentie te contacteren.
LET OP: controleer de elektrische verbinding van de componenten met het moederbord en ga na of de
NTC-sondes goed in hun behuizingen zitten, alvorens ingrepen te plegen op het product volgens de
onderstaande aanwijzingen.
Storing
scode
Oorzaak
Werking
verwarmingselement
Werking
warmtepomp
Wat te doen
Codering codes pompcircuit
110
NTC-sonde
Lucht/Verdamper/Aanzuiging:
kortsluiting of open circuit
ON
OFF
De component vervangen.
111
NTC-sonde
Lucht/Verdamper/Aanzuiging:
ontregeld
ON
OFF
De component vervangen.
121 Koelmiddel ontbreekt (R134a)
ON
OFF
Het resterende gas herwinnen, vaststellen
waar het lek in het koelcircuit zit en
repareren; het circuit vacuüm zuigen en
opnieuw vullen met 1300 gram koelgas.