6
Bewaren in de vriesruimte
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste
naar het draadrooster in de vriesruimte verplaatsen, zodat
u weer ruimte hebt in de invriesruimte. Tussentijds
invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds ingevroren
producten.
Let goed op de bewaartijd die staat aangegeven op
diepvriesproducten die u koopt. Bewaartijden voor
zelf ingevroren producten vindt u op de binnenkant van de
deur van de vriesruimte. De symbolen staan voor verschil-
lende levensmiddelen, de cijfers staan voor de maximale
bewaartijd in maanden.
Diepvriesproducten kunnen alleen veilig bewaard
worden, als ze niet ontdooid zijn voordat ze in de
vriesruimte worden geplaatst. Als de diepvriesproducten al
ontdooid zijn, kunt u ze niet opnieuw invriezen, maar
dienen ze zo snel mogelijk geconsumeerd te worden.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vries-
ruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat maakt
en de temperatuurregelaar op de maximale stand zet, gaat
het invriezen sneller. Vergeet niet, de temperatuurregelaar
na het invriezen weer op de normale stand te draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijsblok-
jesbakje onder stromend water te houden en het dan iets
te verdraaien. Mocht het ijsblokjesbakje vastgevroren zijn,
gebruik dan geen scherpe voorwerpen om het los te maken.
Daarmee kunt u beschadigingen veroorzaken.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte aan
uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook verplaatsen
als de deur 90° open staat.
Na openen en sluiten van de deur van de vriesruimte
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook
informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor vol-
doende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-openin-
gen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in
vershoudfolie om onnodige rijpvorming te voorkomen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer
open staan dan nodig is.
Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten schaaltje.
Laat warme levensmiddelen en vloeistoffen altijd eerst
tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het iso-
latiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aan-
tasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges-
loopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van
milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg
ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „
” zijn geschikt voor
recycling.
de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer
kunt openen.
Stel de vriesruimte zodanig in dat de binnentemper-
atuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge tem-
peraturen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed func-
tioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Vries nooit grotere hoeveelheden tegelijk in dan in
„Technische gegevens” staat aangegeven. De lev-
ensmiddelen bevriezen anders niet tot in de kern en kun-
nen dan na het ontdooien bijv. smaak en geur verliezen.
Maak tijdens het invriezen liever geen ijsblokjes, dat
vermindert de invriescapaciteit.
NL