Adler Europe AD 7972, Руководство пользователя

Страница: 67 / 140

67
TIMERINSTELLING
De standaardinstelling is nul uur. Druk tijdens de werking herhaaldelijk op de timerknop (7B) om een timer-werkingsperiode te kiezen: 1
uur of 2 uur of 4 uur of 6 uur of druk nogmaals om de timerfunctie uit te schakelen - zie figuur 4. De timerfunctie stopt de werking van
het apparaat nadat de vaste periode is verstreken.
INSTELLING VOCHTIGHEIDSNIVEAU
Druk tijdens de werking van het apparaat op de continue vochtigheidsknop (7C), u kunt de vochtigheidswaarde instellen in het bereik
van 40-90% van de relatieve vochtigheid, elke herhaalde druk verhoogt met 5% waarde. Als het vochtigheidsniveau is ingesteld,
bevochtigt het apparaat constant tot het gewenste bevochtigingsniveau. Nadat het gewenste bevochtigingsniveau is bereikt, gaat het
apparaat naar de stand-bystatus en stopt het met het verstuiven van de nevel totdat het omgevingsvochtigheidsniveau is gedaald tot
5% onder het gewenste bevochtigingsniveau. In dat geval begint het apparaat de nevel automatisch opnieuw te spuiten. Kijk naar figuur
5.
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Koppel het apparaat los voordat u het schoonmaakt. Als er nog wat water in het waterreservoir (6) zit, moet dit worden weggegooid
door het waterreservoir (6) te kantelen.
LET OP: Belangrijk punt is de juiste positie van de watertank (6) terwijl het water wordt uitgegoten. De juiste positie wordt bereikt als de
luchtuitlaat (9) droog blijft en de waterstroom langs de tegenoverliggende rand van de watertank (6) wordt geleid.
2. Reinig het waterreservoir om de 3 dagen.
3. Nadat het apparaat een tijdje is gebruikt, is het gemakkelijk om kalkaanslag te vertonen en het fenomeen "wit poeder" te vormen. Het
wordt bevestigd aan het oppervlak van een verstuivingstransducer (12), waardoor de bevochtigingsefficiëntie wordt beïnvloed. Het is
noodzakelijk om de hoofdcomponenten regelmatig schoon te maken. Om de hoofdcomponenten schoon te maken, kijk naar Figuur 6.
* Open het deksel van de watertank (2), demonteer het nevelluchtkanaal (5) door tegen de klok in te draaien - zie figuur 6A.
* Veeg de binnenkant van het waterreservoir (6) en het nevelluchtkanaal (5) schoon met een zachte doek – zie figuur 6B.
* Voeg de juiste hoeveelheid water toe, maak het apparaat schoon met het reinigingsborsteltje (14) - zie figuur 6C.
* Veeg een vernevelingstransducer (12) schoon met een wattenstaafje met citroenzuuroplossing.
4. Gebruik geen scherpe, harde voorwerpen om de verstuiver aan te raken.
5. Gebruik geen wasmiddel om schoon te maken, clanwater is beter. Droog vervolgens de elementen af met een zachte doek en
installeer het nevelluchtkanaal (5) door rechtsom te draaien.
6. De buitenkant van de behuizing van het apparaat kan met een vochtige doek worden gereinigd en vervolgens met een schone doek
worden drooggeveegd. Gebruik geen chemische oplosmiddelen, benzine, kerosine of polijstpoeder om het oppervlak schoon te vegen.
7. Laat tijdens het schoonmaken geen water in de behuizing komen om defecten aan de interne onderdelen te voorkomen.
8. Reinig het apparaat voor elk volgend gebruik.
OPSLAG
1. Bij seizoensopslag moet het apparaat leeg, schoongemaakt en droog zijn.
2. Opslag in zak om stof te voorkomen, op een droge plaats .
PROBLEEMOPLOSSEN
Als het apparaat niet goed werkt, controleer dan de volgende mogelijke redenen voordat u het naar de klantenservice stuurt om de
problemen zelf op te lossen.
PROBLEEM I.: het display (8) is niet aan.
MOGELIJKE REDEN VAN PROBLEEM I: de stekker zit niet goed in het stopcontact.
OPLOSSING VAN PROBLEEM I: steek de stekker in het stopcontact en schakel de stroom in.
PROBLEEM II.: er zit water in de tank, het rode lampje knippert wanneer het apparaat is ingeschakeld
MOGELIJKE REDEN VAN PROBLEEM II: er is te veel kalkaanslag op een verstuivingstransducer (12)
OPLOSSING VAN PROBLEEM II: reinig de kalk die zich ophoopt op de verstuivingstransducer (12)
PROBLEEM III.: vernevelingshoeveelheid is te klein
MOGELIJKE REDEN VAN PROBLEEM III:
IIIa. Er is te veel witte schaal op de verstuivingstransducer (12)
IIIb . Het water is te vuil of te lang bewaard
IIIc. Het nevelvolume werd op een laag niveau ingesteld
OPLOSSING VAN PROBLEEM III:
IIIa. reinig de witte kalkaanslag op een verstuivingstransducer (12)
IIIb . Schakel over op schoon water
IIIc. Stel een gemiddeld of hoog nevelniveau in
PROBLEEM IV.: Abnormaal geluid
MOGELIJKE REDEN VAN PROBLEEM IV:
IVa . Er zit te weinig water in het waterreservoir
IVb . Het botst met het tafeloppervlak om kriebels te produceren
OPLOSSING VAN PROBLEEM IV: