131
De geleiderbrugbezetting is hierbij zoals hiernaast afgebeeld:
6.3.6 Draadloze ontvangstmodule
Functie 6 / LED 6
Als draadloze ontvangstmodule kan via de universele module een
bedrade installatie met max. acht draadloze componenten per
universele module uitgebreid worden. Daarbij dient de universele
module als draadloze ontvanger voor deze acht draadloze
melders. De relaisuitgangen worden met de zone-ingangen van de
snoergebonden centrale verbonden. Naast de alarmen worden ook
sabotages en melderstoringen (accu, supervisionuitval,
stoorsignalen) doorgegeven. Steeds vier draadloze melders
activeren een relaisuitgang. Alle sabotagemeldingen activeren de
derde relaisuitgang, de storingsmeldingen activeren de vierde
relaisuitgang.
Ga bij het gebruik van de universele module als draadloze
ontvangstmodule als volgt te werk:
1. Kies de schakelaarstand voor de dipschakelaars 2, 3 en 4 (zie
punt 5.5).
In het hoofdmenu van de programmeermodus kiest u punt 7
„Functie” (LED 7 brandt).
Bevestig dit punt met de toets SET.
In het submenu van het menpunt 7 „Functie” kiest u de functie
6 met de toets SELECT. LED 6 brandt.
TR is de sabotage-ingang van de alarmcentrale.
Programmeer aan de alarminstallatie de uitgang 1
als sirene volgend (NO) en uitgang
2 als flits
volgend (NO).
12V
0V
OP
1
OP
2
OP
3
OP
4
12V
0V
OP
1
OP
2
OP
3
OP
4