126
draadloze alarmcentrale het signaal van de universele module
ontvangen heeft.
De universele module is nu als draadloze uitgangsmodule
ingelezen. Voor het stand-alonebedrijf is deze stap niet nodig.
Verwijder alle geleiderbruggen voor de besturing van de
uitgangen. Om de relaiscontacten te programmeren, volgt u de
aanwijzingen in de handleiding van de draadloze
alarminstallatie in het punt „Programmeren van uitgangen”.
3. U kunt de relaisuitgangen ook afzonderlijk omprogrammeren,
zodat deze in plaats van NO als NC werken. Het
omprogrammeren van de relaisuitgangen heeft invloed op alle
functiemodi. Voor het omprogrammeren van de
relaisuitgangen gaat u als volgt te werk:
In het hoofdmenu van het programmeermenu kiest u punt 5
(LED 5 brandt).
Bevestig dit punt met de toets SET.
De LED 1 voor de weergave van de uitgang 1 brandt of
knippert.
U bevindt zich nu in het submenu van punt 5. Kies de uitgang
waarvan de polariteit veranderd moet worden. Voor het kiezen
van de uitgang drukt u op de toets SELECT.
Bevestig de keuze van de uitgang door op de toets SET te
drukken.
De LED van de gekozen uitgang knippert of brandt.
Om de polariteit van de uitgang te veranderen, drukt u op de
toets SELECT.
Een permanent brandende LED betekent dat deze uitgang als
NO geprogrammeerd is. Een knipperende LED betekent dat
deze uitgang als NC geprogrammeerd is.
Hebt u de polariteit van de uitgang ingesteld, bevestigt u de
selectie met de toets SET. U bevindt zich opnieuw in het menu
voor de selectie van de uitgangen.
Heeft u de instellingen voor de uitgangen verricht, dan verlaat
u de programmeermodus door op de toets ESC/DEL te
drukken.
De LED voor spanning brandt/knippert en de LED voor storing
brandt. De universele module piept met korte tussenpozen.
Sluit beide sabotagecontacten van de UVM en wacht tot deze
een dubbel signaal heeft afgegeven.
4. Sluit nu de uitgangen met uw schakelcontacten
overeenkomstig aan. Let er daarbij op dat het
schakelvermogen van de relais bij 12 V DC steeds max. 500
mA bedraagt! In de fabrieksinstelling werken de
relaiscontacten als werkcontact (NO).
Heeft u de bedradingswerkzaamheden afgesloten, dan sluit u
de universele module weer.
Als een uitgang geactiveerd wordt, dan gaat de LED van de