MK-100301 EU_EN_Rev. 6.0 - US Rev. F
143
NEDERLANDS
NEDERLANDS
143
VIII. INSTELLINGEN & GEBRUIK
E. MONTEREN VAN DE ZITTING
WAARSCHUWING
Controleer VOORDAT u de zitting monteert, altijd of het mobiliteitsmiddel volledig
uitgevouwen en in vergrendelde positie is. Kijk ook of alle vier de wielen vergrendeld zijn.
De zitting mag nooit worden gemonteerd terwijl er iemand in de stoel zit. Vergeet nooit het
mobiliteitsmiddel te stabiliseren voordat u de zitplaat monteert.
• Draai de voorste zwenkwielen tot ze naar voren gericht staan.
• Activeer de parkeerrem.
Onder de zitplaat bevindt zich een klink. De interface op de basis is het tegenstuk voor
deze klink en vergrendelt hiermee. De zitting kan zo worden gemonteerd dat het kind
voorwaarts of achterwaarts kijkend kan zitten. De montage is in beide richtingen hetzelfde.
Bevestigen van de zitting:
13
1. Controleer of de zitting volledig rechtop staat (niet gekanteld).
2. Controleer of er geen veiligheidsgordels en accessoires in de weg zitten als u de
zitunit op het frame wilt plaatsen.
3. Plaats de markering van de bekleding en ondersteunende kruisstang op de basis
en schuif de zitting gelijkmatig naar achteren. U moet een duidelijke klik horen.
Controleer of de zitting goed op de basis is bevestigd door het geheel aan beide
zijden omhoog te trekken. Als er geen beweging of kanteling zichtbaar is, is de zitting
op de juiste wijze bevestigd.
4. De zitting kan nu worden gebruikt om een kind in te plaatsen voor vervoer en/of
aanpassingen.
F. VERWIJDEREN VAN DE ZITTING
WAARSCHUWING
Verplaats het kind altijd naar een veilige plaats VOORDAT u de zitting verwijderd. Wanneer
u dit niet doet, kan dit leiden tot persoonlijk letsel bij de persoon die in de wandelwagen
zit en/of bij de verzorger. Vergeet nooit het mobiliteitsmiddel te stabiliseren voordat u de
zitplaat monteert.
• Draai de voorste zwenkwielen tot ze naar voren gericht staan.
• Activeer de parkeerrem.
Verwijderen van de zitting
:
14
1. Controleer of de zitting volledig rechtop staat (niet gekanteld)
2. Trek aan de ontgrendelingshendel en houd deze vast totdat hij ontkoppelt (A) uit de
houder en schuif de zitting in voorwaartse richting. Til de zitting op nadat deze is
ontkoppeld.
3. De zitting kan nu worden gecontroleerd en/of opgeborgen.
Draaien van de richting van de zitting:
15
15b
1. Vergrendel de wielen en verwijder de zitting.
2. Kijk of de kantelinstelling in de uitgangspositie ('Home') of 0° positie staat. Om de
kantelinstelling in de home-positie te zetten, knijpt u in de ontgrendelingshendel van de
kantelverstelling en laat u de “Slide-n-Lock” (ontvanger) plaat horizontaal komen.
3. STAP 1: Druk op de goudkleurige knop op de Slide-n-Lock-plaat en draai de plaat
totdat deze stopt (Fig. 15).
4. STAP 2: Trek met één hand aan de pen (B) en draai met uw andere hand de huls* (C)
(waarmee de kanteling wordt beperkt) (Fig. 15b).
5. -OPMERKING: Draai deze huls uitsluitend tijdens het draaien van de plaat.
6. *Wanneer de stoel voorwaarts is gericht, moet de huls achterwaarts worden gedraaid.
Wanneer de stoel achterwaarts is gericht, moet de huls voorwaarts worden gedraaid.
7. STAP 3: Draai verder totdat de plaat 180° is gedraaid en op zijn plaats vergrendelt.
13
14
A
15
B
15b
C