MK-100301 EU_EN_Rev. 6.0 - US Rev. F
142
NEDERLANDS
NEDERLANDS
142
B. VOORWIELEN (ZWENKWIELEN)
Het installeren en verwijderen van de zwenkwielen:
8
1. Voel aan de onderkant van het Voyage frame naar het gat waar de pen van het wiel
in gestoken moet worden. Plaats de wielpen (A) onder het gat en steek het erin, duw
tot de pen op zijn plaats klikt. Controleer of het wiel goed aan het frame vastzit door
eraan te trekken. Als u geen beweging voelt, is het wiel goed gemonteerd. Herhaal
deze procedure voor het andere wiel.
2. Om het zwenkwiel te verwijderen, drukt u op de grijze knop (B) en laat u het
zwenkwiel uit het gat glijden.
Zwenkwielvergrendeling:
9
1. Om het zwenkwiel te vergrendelen, drukt u op de zwarte knop (C) en u houdt deze
ingedrukt terwijl u de grijze lip (D) naar het vergrendelpunt in het midden draait. Doe
dit bij beide voorwielen en controleer om u ervan te verzekeren dat de vergrendeling
is geactiveerd.
2. Om het zwenkwiel te laten zwenken, drukt u op de zwarte knop (C) en schuift u de
grijze lip (D) naar de rechter- of linkerkant van het middelpunt. Herhaal dit aan de
andere kant. In afbeelding 9 wordt de grijze lip in de zwenkpositie weergegeven.
C. ACHTERWIELEN
Installeren en verwijderen van de achterwielen:
10
1. Om het achterwiel te bevestigen, schuift u de wielas rustig in het gat in het frame,
totdat het wiel op zijn plaats klikt.
2. Om het achterwiel te verwijderen, hoeft u alleen maar op de wielknop (E) te drukken,
waarna u het wiel van het frame afhaalt.
D. DE PARKEERREM
Activeren of deactiveren van de parkeerrem:
11
12
1. Activeer de parkeerrem door rustig aan de remhendel (F) te trekken totdat deze in
een rechtopstaande positie is en op zijn plaats klikt.
2. Om de parkeerrem te ontkoppelen, pakt u de grijze handgreepje (G) en trekt dit naar
u toe. Nadat deze is ontkoppeld, draait u de remhendel naar beneden tot hij parallel
aan het frame staat.
VIII. INSTELLINGEN & GEBRUIK
B
A
8
11
C
D
9
10
E
F
12
G