Bakplaat:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen van de
inschuifrail.
Bakrooster, Bakplaat:
Plaats de plaat tussen de geleiders van de in‐
schuifrails en het bakrooster op de geleiders erbo‐
ven.
8. EXTRA FUNCTIES
8.1 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld om
de oppervlakken van de oven koel te
houden. Als u de oven uitschakelt, kan de
koelventilator blijven werken totdat de oven is
afgekoeld.
8.2 Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van de oven of
defecte componenten kunnen gevaarlijke
oververhitting veroorzaken. Om dit te
voorkomen is de oven voorzien van een
veiligheidsthermostaat die de stroomtoevoer
onderbreekt. Zodra de temperatuur is
gedaald, wordt de oven automatisch weer
ingeschakeld.
9. AANWIJZINGEN EN TIPS
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Kookadviezen
De oven heeft vijf rekniveaus.
Tel de rekniveaus vanaf de bodem van de
oven.
Uw oven kan anders bakken of roosteren
dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. In
de onderstaande tabel vindt u de
standaardinstellingen voor temperatuur,
kooktijd en roosterniveau.
Als u voor een speciaal recept de instelling
niet kunt vinden, zoek dan naar een
soortgelijk recept.
Voor de bereiding van gebak
De ovendeur mag pas worden geopend als
driekwart van de baktijd is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt,
dient u één niveau ertussen leeg te laten.
NEDERLANDS
11