41
Nl
Nederlands
AANVULLEND
E
INF
O
R
M
AT
IE
AANVULLENDE INFORMATIE
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, schakelt u het toestel uit, haalt u de stekker uit het
stopcontact en neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -servicecentrum.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Algemeen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Pagina
Geen stroom.
Druk op
op het voorpaneel om het toestel in te
schakelen.
Het toestel wordt
niet ingeschakeld of
schakelt over naar de
stand-bystand zodra
de stroom wordt
ingeschakeld.
Het toestel werkt niet
correct.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
Het toestel werd blootgesteld aan
een sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Activeer de stand-bystand, haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terugplaatst en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
—
Het toestel moet herstart worden.
Houd
op het voorpaneel ongeveer 5 seconden
ingedrukt om het toestel te herstarten. Om het toestel
volledig te herstarten, verwijdert u gedurende 5 tot
10 seconden het netsnoer uit het stopcontact, sluit
u het netsnoer opnieuw aan en schakelt u vervolgens
het toestel in.
De schijf kan niet
worden afgespeeld.
De Initiële Wizard is niet ingesteld.
Stel de Initiële Wizard in wanneer u dit toestel voor
het eerst inschakelt nadat u het hebt aangekocht of
een upgrade hebt doorgevoerd.
Geen geluid.
Er is geen geschikte invoerbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte invoerbron met INPUT op het
voorpaneel (of met de ingangskeuzeknoppen op de
afstandsbediening).
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
De geluidsdemping is ingeschakeld.
Schakel de geluidsdemping uit.
Het volume staat op de laagste stand.
Verhoog het volume.
Er worden signalen van een signaalbron
ontvangen die dit toestel niet kan
reproduceren, zoals een CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
[HDMI Control] is ingesteld op [Uit].
Als u een tv die ARC (Audio Return Channel)
ondersteunt met dit toestel verbindt via alleen een
HDMI-kabel, stelt u [HDMI Control] in op [Aan].
Geen geluid via de
luidsprekers of
hoofdtelefoon.
[HDMI] voor audio-uitvoer in het
SETUP-menu is niet ingesteld op [Uit].
Stel [HDMI] in op [Uit].
Geen beeld.
De bedrading is niet op de juiste manier
aangesloten.
Controleer of de kabels juist zijn aangesloten.
Controleer of de juiste ingang op de aangesloten
tv is gekozen.
Sluit dit toestel aan op de tv via de VIDEO-
aansluiting met de bijgeleverde videokabel.
– Wanneer er nog steeds geen beeld wordt
weergegeven als het toestel aangesloten is op
de VIDEO-aansluiting, houdt u
en
gedurende ongeveer 5 seconden ingedrukt op het
voorpaneel terwijl er geen schijf geplaatst is en het
afspelen gestopt is, om over te schakelen naar
NTSC/PAL.
Het tv-systeem is niet correct ingesteld.
Houd
en
op het voorpaneel gedurende
5 seconden tegelijk ingedrukt terwijl er geen schijf
geplaatst is en het afspelen gestopt is, om over te
schakelen naar NTSC/PAL. Stel de resolutie opnieuw
correct in wanneer u verbinding maakt via HDMI
(p. 36).
—