Basisbediening
Style Creator
CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
117
De automatisc
he begeleidingsstijlen gebruiken, cre
ëren en bewerken
Instellingen voor indeling van stijl-file maken
(PARAMETER)
Speciale parameterinstellingen die zijn
gebaseerd op de indeling van de stijl-file
De hier geboden uitleg is van toepassing wanneer u de tab PARAMETER selecteert
in stap 4 van 'Basisprocedure voor het bewerken van stijlen' (pagina 113).
1
Druk op de knop [A]/[B] om het bewerkingsmenu (pagina 118)
te selecteren.
Het bewerken van data met de
indeling van een stijl-file heeft
alleen betrekking op
nootconversie. Het bewerken
van ritmekanalen heeft hierop
geen invloed.
In de indeling van de stijl-file (Style File Format
of SFF) wordt alle expertise van Yamaha op het
gebied van automatische begeleiding (afspelen
van stijl) samengebracht in één enkele uniforme
indeling. Met de Style Creator kunt u profiteren
van de kracht van de SFF-indeling, zodat u de
vrijheid heeft om uw eigen stijlen te creëren.
Het overzicht rechts geeft een indruk van de
manier waarop de stijl wordt teruggespeeld.
(Dit is niet van toepassing op de ritmetrack).
Deze parameters kunnen worden ingesteld via
de functie Style Creator.
• Source Pattern
Afhankelijk van de gekozen grondtoon en
akkoordsoort, is er een verscheidenheid aan
afspeelmogelijkheden voor de noten van de
stijl. De stijldata wordt op de juiste manier
geconverteerd, afhankelijk van de akkoordwij-
zigingen die u aanbrengt tijdens uw spel. Deze
basisstijldata die u met de Style Creator creëert
wordt het 'Bronpatroon' genoemd.
• Note Transposition
Deze parametergroep beschikt over twee
parameters die bepalen hoe de noten van het
bronpatroon moeten worden geconverteerd,
als reactie op akkoordwisselingen.
• Other Settings
Met de parameters van deze groep kunt u
nauwkeurig afstellen hoe het afspelen van stijl
moet reageren op de akkoorden die u speelt.
Met de parameter Note Limit (nootlimiet) kunt
u bijvoorbeeld de voices van de stijl zo
realistisch mogelijk laten klinken door de
toonhoogte naar een authentiek bereik te
verschuiven zodat u er zeker van bent dat er
geen noten zullen klinken die buiten het
natuurlijke bereik van het feitelijke instrument
vallen (bijv. te lage noten van een piccolofluit).
Bronpatroon
SOURCE ROOT
(Akkoordgrondtooninstelling van een bronpatroon)
SOURCE CHORD
(Akkoordsoortinstelling van een bronpatroon)
Noottransponering
NTR
(NootTransponeringsRegel die wordt toegepast
op de akkoordgrondtoonwijzigingen)
NTT
(NootTransponeringsTabel die wordt toegepast
op de akkoordsoortwijzigingen)
Akkoordwisseling via
het akkoordgedeelte
van het toetsenbord.
Overige instellingen
HIGH KEY
(De bovengrens van de octaven van de
noottransponering naar aanleiding van de
akkoordgrondtooninstelling)
NOTE LIMIT (nootbereik waarbinnen een noot
klinkt)
RTR
(Retrigger-regels waarmee wordt bepaald hoe
noten die tijdens akkoordwisselingen worden
vastgehouden, moeten worden behandeld)
Uitvoer
2
3
1
4