60
1. Laat het apparaat niet zonder toezicht staan wanneer het in gebruik is.
2. Gebruik het apparaat niet in omgevingen met explosiegevaar of in de buurt van
brandbare vloeistoffen of gassen.
3. Stel het apparaat niet bloot aan vocht of zand. Zorg ervoor dat het apparaat
niet valt.
4. Bewaar het apparaat niet op een overdreven warme of koude plek.
5. Het apparaat mag nooit in de buurt van vuur komen, en omdat het een
lithiumbatterij bevat, mag het nooit samen met algemeen huishoudelijk afval
worden afgevoerd.
6. Houd het apparaat buiten bereik van kinderen.
7. Als u de luchtpomp gebruikt, moet u ervoor zorgen dat u de toegestane
luchtdruk voor het product dat u opblaast, niet overschrijdt. Het product kan
scheuren of exploderen en daarbij kunt u verwond raken.
8. De slang en de metalen onderdelen van de adapter kunnen bij langdurig
gebruik oververhit raken. Als u langere tijd gaat werken, moet u pauzes inlassen
opdat alle onderdelen kunnen afkoelen.
9. De luchtpomp moet altijd onder toezicht blijven.
10. Zorg ervoor dat de pomp niet zonder toezicht wordt opgestart voordat de
druk is ingesteld en de pomp is aangesloten op het product dat moet worden
opgepompt. De pomp stopt pas als de vooraf ingestelde druk of de maximale
druk is bereikt.
11. Controleer de druk in het product met een gekalibreerd meetapparaat als
u klaar bent met oppompen. Een onjuiste druk kan tot gevaarlijke situaties
leiden.
12. Kinderen mogen de luchtpomp niet gebruiken. Richt de luchtslang of de
luchtstroom niet op mond, oren of ogen bij mensen of dieren, en blaas nooit
stof of andere deeltjes in de richting van mensen of dieren. Dit kan tot letsel
leiden.
13. Gebruik de luchtpomp niet als de display of overige onderdelen defect zijn. De
toegestane druk voor het product dat moet worden opgepompt, kan worden
overschreden. Dit kan tot gevaarlijks situaties leiden.
14. Bescherm de luchtpomp tegen hitte en ook tegen o.a. voortdurend zonlicht,
brand, water en vocht. Explosiegevaar.
4. Veiligheidsaanwijzingen