Wilo Stratos MAXO, Installation And Operating Instructions Manual

Page: 85 / 304

nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Stratos MAXO/-D/-Z 85
6.2 Vereisten
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
• Bij aanraken van delen onder spanning bestaat di-
rect levensgevaar!
• Vanwege niet-gemonteerde veiligheidsvoorzienin-
gen (bijv. moduledeksel van de regelmodule) kan een
elektrische schok tot levensgevaarlijk letsel leiden!
• Ook als de led in de regelmodule niet brandt, kan er
spanning voorkomen!
• Bij niet-toegestane verwijdering van instel- en be-
dieningselementen van de regelmodule bestaat het
gevaar van een elektrische schok bij aanraking van
interne elektrische onderdelen!
• Het toepassen van een verkeerde spanning op
SELV-leidingen leidt tot verkeerde spanning op alle
pompen en lokale apparaten van het gebouwbeheer-
systeem, die op de SELV-leiding zijn aangesloten.
▪ Altijd voedingsspanning van pomp en eventueel SSM en SBM uit-
schakelen!
▪ Pomp nooit zonder gesloten moduledeksel gebruiken!
LET OP
De geldende nationale richtlijnen, normen en voor-
schriften evenals de bepalingen van de plaatselijke
energiebedrijven dienen te worden opgevolgd!
VOORZICHTIG
Materiële schade door ondeskundige elektrische aan-
sluiting!
Incorrecte aansluiting van de pomp leidt tot schade aan de elek-
tronica.
Het toepassen van een verkeerde spanning op SELV-leidingen
leidt tot verkeerde spanning op alle pompen en aanwezige ap-
paraten van het gebouwbeheersysteem die op de SELV-leiding
zijn aangesloten en kan deze beschadigen!
▪ Stroomtype en spanning op het typeplaatje in acht nemen.
▪ Minimale voorzekering: 16 A, traag of vermogensbeschermings-
schakelaar met C-karakteristiek.
▪ Bij dubbelpompen beide motoren afzonderlijk aansluiten en beveili-
gen.
▪ Sluit op laagspanningsnetten met 230 V aan. Zorg er bij aansluiting
op IT-netten (Isolé Terre aardingssysteem) absoluut voor dat de
spanning tussen de fases (L1-L2, L2-L3, L3-L1 ➜ fig. 14C) niet ho-
ger wordt dan 230 V. Bij een storing (aardsluiting) mag de spanning
tussen de fase en PE niet hoger zijn dan 230 V.
▪ Bij in-/uitschakelingen van de pomp door externe besturingsinrich-
tingen pulsering van de netspanning (bijv. door pulspakketregeling)
deactiveren!
▪ Het schakelen van de pomp via triacs/halfgeleiderrelais indien nodig
controleren.
▪ Zorg ervoor dat op SELV-leidingen een maximale spanning van 24 V
staat!