
nl
Installatie
52
WILO SE 2020-02
7.3
Aansluiting op stadswaterleiding
LET OP
De toevoer van de stadswaterleiding (Fig. 3, pos. 4) wordt seriematig aan de rechter-
zijde van de breektank geïnstalleerd. Voor een gemakkelijke en eenvoudige installa-
tie kan deze ook naar de linkerzijde worden verplaatst.
Als dit wordt uitgevoerd mag het product niet elektrisch of hydraulisch zijn aange-
sloten.
GEVAAR
Lichamelijke letsels
De geldende regels voor ongevallenpreventie moeten in acht worden genomen.
ƒ
Verwijder de klem zoals aangegeven (Fig. 5) en duw het klephuis naar de achterzijde
(Fig. 3, pos. 12). Zorg ervoor dat de afdichtpakking van de klep niet kwijtraakt.
ƒ
Schroef (Fig. 6) de bovenste module van de installatie los om de breektank los te
maken en haal deze weg.
ƒ
Schroef (Fig. 7) de afdekking van de breektank los en haal deze weg.
ƒ
Demonteer de vlotterkraan (Fig. 8) en installeer de kraan aan de andere kant.
ƒ
Herhaal de stappen in omgekeerde volgorde om de installatie weer te monteren.
VOORZICHTIG
De breektank kan maximaal 11 liter leidingwater bevatten. Voer de benodigde werk-
zaamheden uit om de tank tijdens deze handelingen leeg te maken.
Instructies voor wandmontage:
ƒ
Teken de boorgaten op de wand af, zoals afgebeeld (Fig. 9).
ƒ
Gebruik de meegeleverde schroefankers als deze geschikt zijn voor het materiaal van
de wand
ƒ
Gebruik 3 schroeven van Ø 8 mm en draai deze niet helemaal vast. Als onderlegschij-
ven worden gebruikt, moet deze diameter van 16 mm of kleiner hebben.
ƒ
Monteer het systeem op de schroeven via de langwerpige gaten aan de achterzijde
(Fig. 10) stel ze af en draai ze vervolgens met een schroevendraaier via de voorzijde
vast (draaimoment max. 5 Nm).
VOORZICHTIG
Het product moet perfect waterpas staan om goed te kunnen werken. Controleer
met een waterpas of gelijkwaardig stuk gereedschap of het product horizontaal
staat.
7.4
Hydraulische aansluiting
VOORZICHTIG
Gevaren als gevolg van uitval!
Niet-conforme aanvoer- en aftapkoppelingen veroorzaken storingen in de installa-
tie. De flexibele aan- en afvoerslangen mogen na montage in geen geval worden ge-
blokkeerd of geknikt. De buigstraal van de afvoerleiding moet groter zijn dan 60 mm.
Sluit het systeem aan zoals hieronder beschreven, nadat het systeem op de muur is be-
vestigd:
ƒ
De regenwateraanzuigleiding naar het regenwaterreservoir (Fig. 3 –4, pos. 8). De lei-
ding moet een diameter hebben van 25 mm. Bij de maximale zuighoogte van de
pomp dient rekening te worden gehouden met de verlieshoogten.
ƒ
De aansluiting voor de distributie van regenwater (Fig. 4, pos. 16).
ƒ
De stadswaterleiding (G3/4") (Fig. 3 – 4, pos. 4).
ƒ
De overloopleiding (Fig. 3 – 4, pos. 9).
ƒ
De vlotterschakelaar in het regenwaterreservoir (Fig. 4, pos. 5).
ƒ
De regenwatervulpeilsensor (Fig. 4, pos. 5), afzonderlijk verpakt, moet in het regen-
waterreservoir worden geplaatst als afgebeeld in Fig. 4, en de kabel moet via een ka-
Summary of Contents for 2551468
Page 2: ...Fig 1 Fig 3 Fig 2 122 75 Rp 3 4 Rp 1 Rp 1 a b...
Page 3: ...Fig 4 Fig 5 Fig 6...
Page 4: ...Fig 11 Fig 7 Fig 9 Fig 10 Fig 8 Max 5 N m Max 5 N m...
Page 5: ...5 Deutsch 6 English 19 Fran ais 31 Nederlands 44 57 esky 72...
Page 58: ...el 58 WILO SE 2020 02 1 1 1 2 2 1 2 2...
Page 59: ...el Wilo RAIN1 59 2 3 2 4 IEC VDE 2 5 IEC VDE 2 6 2 7 2 8 4...
Page 65: ...el Wilo RAIN1 65 7 1 7 2 1 7 3 Fig 3 4 Fig 5 Fig 3 12 Fig 6 Fig 7 Fig 8 11 Fig 9 3 8 mm 16 mm...
Page 67: ...el Wilo RAIN1 67 4 G3 4 7 G1 8 G1 7 5 RCD 30 mA RAIN1 0 3 ohm 4...
Page 69: ...el Wilo RAIN1 69 2 7 3 10 9...
Page 71: ...el Wilo RAIN1 71 www wilo recycling com...
Page 88: ......
Page 89: ......
Page 90: ......