nl
Transport en opslag
46
WILO SE 2020-02
2.3
Gevaren bij de niet-naleving van
de veiligheidsaanwijzingen
Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften kan personen, het milieu, het product
of de installatie in gevaar brengen. Het leidt tot het verlies van elke aanspraak op ga-
rantie. Meer specifiek kan niet naleven leiden tot de volgende risico's:
ƒ
gevaar voor personen als gevolg van elektrische, mechanische en bacteriologische
invloeden,
ƒ
gevaar voor het milieu door lekkage van gevaarlijke stoffen,
ƒ
materiële schade,
ƒ
verlies van belangrijke functies van het product/de installatie,
ƒ
voorgeschreven onderhouds- en reparatieprocedures die niet uitgevoerd worden.
2.4
Veilig werken
De bestaande richtlijnen voor ongevallenpreventie moeten in acht worden genomen.
Gevaar door elektrische stroom moet worden geëlimineerd. Lokale of algemene richtlij-
nen [bijv. IEC, VDE, enz.] en voorschriften van lokale energiebedrijven moeten worden
nageleefd.
2.5
Veiligheidsaanwijzingen voor de
gebruiker
Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (onder wie kinderen)
met verminderde fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of een gebrek aan er-
varing en/of kennis, behalve als ze onder toezicht staan van een voor de veiligheid ver-
antwoordelijke persoon of van deze persoon instructies hebben gekregen over het ge-
bruik van het apparaat.
Zie erop toe dat er geen kinderen met het apparaat spelen.
ƒ
Indien warme of koude onderdelen van het product/de installatie gevaren kunnen
opleveren, moeten deze door de klant tegen aanraking worden beveiligd.
ƒ
Beschermingen die beveiligen tegen het aanraken van bewegende onderdelen (zoals
de koppeling), mogen tijdens bedrijf van het product niet worden verwijderd.
ƒ
Gelekte (zoals uit de asafdichtingen) schadelijke vloeistoffen (die explosief, toxisch
of heet zijn) moeten worden afgevoerd zodat er geen gevaar ontstaat voor personen
of voor het milieu. Nationale wettelijke bepalingen dienen in acht te worden geno-
men.
ƒ
Gevaar door elektrische stroom moet worden geëlimineerd. Lokale of algemene
richtlijnen [bijv. IEC, VDE, enz.] en voorschriften van lokale energiebedrijven moeten
worden nageleefd.
2.6
Veiligheidsvoorschriften voor
montage- en onderhoudswerk-
zaamheden
De exploitant dient ervoor te zorgen dat alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden
worden uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel dat beschikt over
voldoende informatie door het nauwkeurig bestuderen van de inbouw- en bedienings-
voorschriften. Werkzaamheden aan het product/de installatie mogen uitsluitend bij stil-
stand worden uitgevoerd. De in de inbouw- en bedieningsvoorschriften beschreven
procedure voor het stilzetten van het product/de installatie moet absoluut in acht wor-
den genomen.
Onmiddellijk na voltooiing van de werkzaamheden moeten alle veiligheidsvoorzienin-
gen en -inrichtingen opnieuw worden aangebracht en/of gestart.
2.7
Eigenmachtige ombouw en ver-
vaardiging van reserveonderdelen
Eigenmachtige ombouw en vervaardiging van reserveonderdelen vormen een gevaar
voor de veiligheid van het product/personeel en maken de door de fabrikant afgegeven
verklaringen over veiligheid ongeldig. Productaanpassingen zijn uitsluitend toegestaan
na voorafgaande toestemming van de fabrikant. Originele reserveonderdelen en toebe-
horen die door de fabrikant zijn geautoriseerd garanderen de veiligheid. Het gebruik van
andere onderdelen kan alle aansprakelijkheid van de fabrikant voor eventuele gevolg-
schade doen vervallen.
Originele reserveonderdelen en toebehoren die door de fabrikant zijn geautoriseerd ga-
randeren de veiligheid. Het gebruik van andere onderdelen kan alle aansprakelijkheid
van de fabrikant voor eventuele gevolgschade doen vervallen.
2.8
Ongeoorloofde gebruikswijzen
Een veilig gebruik van het geleverde product kan alleen worden gegarandeerd als het
wordt gebruikt conform paragraaf 4 van de inbouw- en bedieningsvoorschriften. De in
de catalogus/het gegevensblad aangegeven boven- en ondergrenswaarden mogen in
geen geval worden overschreden.
3
Transport en opslag
Controleer bij ontvangst van het installatie of er sprake is van vervoersschade. Bij ver-
voersschade dient u binnen de daarvoor gestelde termijn alle benodigde stappen met
de vervoerder te ondernemen.
Summary of Contents for 2551468
Page 2: ...Fig 1 Fig 3 Fig 2 122 75 Rp 3 4 Rp 1 Rp 1 a b...
Page 3: ...Fig 4 Fig 5 Fig 6...
Page 4: ...Fig 11 Fig 7 Fig 9 Fig 10 Fig 8 Max 5 N m Max 5 N m...
Page 5: ...5 Deutsch 6 English 19 Fran ais 31 Nederlands 44 57 esky 72...
Page 58: ...el 58 WILO SE 2020 02 1 1 1 2 2 1 2 2...
Page 59: ...el Wilo RAIN1 59 2 3 2 4 IEC VDE 2 5 IEC VDE 2 6 2 7 2 8 4...
Page 65: ...el Wilo RAIN1 65 7 1 7 2 1 7 3 Fig 3 4 Fig 5 Fig 3 12 Fig 6 Fig 7 Fig 8 11 Fig 9 3 8 mm 16 mm...
Page 67: ...el Wilo RAIN1 67 4 G3 4 7 G1 8 G1 7 5 RCD 30 mA RAIN1 0 3 ohm 4...
Page 69: ...el Wilo RAIN1 69 2 7 3 10 9...
Page 71: ...el Wilo RAIN1 71 www wilo recycling com...
Page 88: ......
Page 89: ......
Page 90: ......