25
24
Montage:
· Verwijder de verpakking.
· Controleer het item op zichtbare schade en controleer of alle onderdelen
aanwezig zijn.
· Controleer of u in het montagebereik van de kabelophanging geen andere
kabels kunt beschadigen, zoals elektriciteit, gas en water. Het plafond
moet minstens 5 keer het gewicht van het artikel kunnen dragen (gelijk aan
ongeveer 20 kg).
· De kabelophanging mag alleen bevestigd worden in voldoende sterk materiaal,
zoals beton. Gebruik alleen goedgekeurde deuvels voor het plafondsysteem.
Raadpleeg zo nodig een specialist!
· Gebruik een schroefhaak voor plafondmontage die geschikt is voor uw plafond.
Onderhoud:
i
Controleer het artikel vóór elk gebruik op beschadigingen.
Als schade zichtbaar is, moet u direct stoppen met gebruik van het artikel.
Voor deze toepassing hebt
u vier extra touwen nodig
(art.nr. 052450) en een karabijnhaak
(art.nr. 644255). Alle toegankelijke
metalen delen moeten worden
afgedekt met een beschermhoes
(art.nr. 052453). Afzonderlijk te
bestellen
De minimale afstand tot de vloer moet
35 cm zijn voor beide ophangvarianten.
1-punts ophanging:
4-punts ophanging
Stapsgewijze montage van de schommelband (1-punts ophanging):
1. Bevestiging van de slackline.
2. Verbinding van de riem en het touw met behulp van karabijnhaak en
beschermhoes. Trek de beschermhoes over de metalen delen en sluit
de klittenbandsluiting stevig (gevaar op klemmen!).
3. Bevestig de
schommelband aan
het ophangpunt.
(De tweede karabijn
is niet inbegrepen.)
4.
Opmerking: leg de rubberen band in de hoes.
Let op: leg de band zo in de hoes dat het ventiel
zich in de bedoelde opening bevindt (zie afbeelding).
Sluit de ritssluiting volledig, zodra de rubberband
tot een kwart is gevuld met lucht. Vervolgens kan
de rubberen band volledig worden opgeblazen, totdat
deze de hele hoes opvult. Bij veelvuldig gebruik kan de
band lucht verliezen. Regelmatig oppompen is daarom
noodzakelijk!
Ventiel van de
rubberen band
Hoes voor de
schommelband