• CAT III
Meetcategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (bijv. stopcontacten of onderverdelingen). Deze
categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het meten aan elektrische apparaten).
• CAT IV
Meetcategorie IV voor metingen aan de bron van de laagspanningsinstallatie (bijv. hoofdverdeling, huis-
overdrachtspunten van het elektriciteitsbedrijf) en in het vrije veld. Deze categorie omvat ook alle kleinere
categorieën.
De volgende symbolen en voorschriften moeten in acht worden genomen:
L1 -
Meetpen voor fase L1, minpotentiaal bij DC
L2 +
Meetpen voor fase L2, enkelpolige fasetest, pluspotentiaal bij DC
V AC DC
V AC = wisselspanning
V DC = gelijkspanning
Ind
Pluspotentiaal aan meetpen L2 +
Indicatie -
Minpotentiaal aan meetpen L2 +
Ind -
Wisselspanning (beide indicaties voor + en - branden)
12/24/50/120
230/400/690)
Indicatie van het nominale spanningsbereik in Volt (V)
Rx
Weergave voor doorgangstest
kΩ
Elektrische weerstand in kilo-Ohm
f:
Nominaal frequentiebereik van de elektrische spanning
I
Weergave van de meetstroom in mA (milliampère)
W
Elektrische meetlast in Watt
Hz
Elektrische frequentie (Hertz)
Temp °C
Toegestaan bedrijfstemperatuurbereik in °Celsius
ON
Maximale inschakelduur (ED) in seconden (s)
OFF
Minimale bedrijfsonderbreking na een meetcyclus in seconden (s)
Date
Productiejaar
OL
Overloopindicatie Meetbereik overschreden
- - - -
Bedrijfsindicatie op de display
Waarschuwingsindicatie voor gevaarlijke spanning (>50 V/AC, >120 V/DC (werking ook met lege
resp, zonder batterijen mogelijk).
Pictogram voor de waarschuwingszoemer
Apparaat en uitvoering voor het werken onder spanning. Er moeten persoonlijke beschermende
maatregelen worden genomen.
Draaiveldrichtingsindicatie aan geaarde driefasenetten. L = linksdraaiend, R = rechtsdraaiend
Beschermklasse 2 (dubbele of dikkere isolatie/beschermende isolatie)
Pictogram voor de gebruikte batterijgegevens
2x 1,5 V micro-batterij, LR03, AAA
Indicatie batterijvervanging in de display. Bij het verschijnen van het pictogram moeten de batterijen
direct worden vervangen.
OMVANG VAN DE LEVERING
• VC-55 met vast bevestigde meetpenbescherming
• 2 schroefcontacten (Ø 4 mm voor CAT II-gebruik)
• 2 kunststof beschermhulzen voor CAT III/CAT IV-gebruik
• 2 micro-batterijen (AAA/LR03)
• Gebruiksaanwijzing
BESCHRIJVING VAN DE AFZONDERLIJKE ONDERDELEN
1 Handgreep meetpen L1 (-)
2 Kunststof beschermhulzen voor CAT III/CAT IV-gebruik
3 4 mm schroefcontacten voor testen van contactdozen aan de voorkant (contact-
doos ingebouwd! CAT II)
4 Meetpen L1 (-)
5 Begrenzing van het greepgebied met bevestigingsbeugel
6 Meetpen L2 (+)
7 LED-meetplaatsverlichting
8 LED-niveau-indicatie voor de spanningsbereiken en polariteit
9 Afgedekte geluidsopening voor waarschuwingszoemer
10 Waarschuwingsindicatie voor gevaarlijke spanning (>50 V/AC, >120 V/DC
(werking ook met lege/zonder batterijen).
Fase-indicatie voor enkelpolige fasetest
11 Rx-indicatie voor doorgangstest
12 Draaiveldrichtingsindicatie (L = linksdraaiend/R = rechtsdraaiend)
13 Begrenzing van het greepbereik
14 LC-display voor nominale spanningsindicatie en pictogram voor batterijvervan-
ging
15 Toets voor LED-meetpuntverlichting
16 Handgreep meetpen L2 (+)
17 Batterijvak met bajonetsluiting
18 Verbindingskabel
19 Meetpenbescherming
PLAATSEN/VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN
De spanningstester wordt voor zijn basisfunctie als tweepolige spanningstester met spanningsbereikindicatie en de extra
functies zoals meetpuntverlichting doorgangstest, draaiveldindicatie of „enkelpolige” fasetester via batterijen gevoed.
Hiervoor zijn twee micro-batterijen (type AAA/LR03, meegeleverd) nodig. Het gebruiken van oplaadbare accu’s is niet
toegestaan.
Ga voor het plaatsen/vervangen als volgt te werk:
• Verwijder de spanningstester van alle meetpunten en steek de beschermende afdekking op
de meetpennen.
• Open het batterijvak (17) door de sluiting met een plat voorwerp (bijv. brede platte schroeven-
draaier) met een 90° draaiing tegen de wijzers van de klok in los te draaien. Aan de zijkant
wordt een kleine inkeping zichtbaar, waaraan het batterijvakdeksel uit het apparaat kan
worden getrokken.
• Plaats de twee nieuwe micro-batterijen (LR03/AAA) in het batterijvak. Op het batterijvakdeksel
kunt u de polariteitsgegevens aflezen. Gebruik indien mogelijk alkaline-batterijen, omdat deze
garant staan voor een langere gebruiksduur.
O
GEBRUIKSAANWIJZING
TWEEPOLIGE SPANNINGSTESTER VC-55 LCD
BESTELNR. 1188073
BEOOGD GEBRUIK
De tweepolige spanningstester is een draagbaar meetapparaat voor het vaststellen en weergeven van de spanningstoestand
van elektrische laagspanningsstroomcircuits. Hij dient voor de indicatie van gelijk- en wisselspanningen in het bereik van 12
tot 690 V, alsmede de polariteit door tweepolig aanleggen. De spanningen worden in 7 niveaus weergegeven.
Vanaf een nominale spanning van 50 V/AC of 120 V/DC brandt voor de spanningsgebieden een waarschuwingsindicatie, die
waarschuwt voor gevaarlijke spanning. Deze waarschuwingsindicatie gaat ook branden bij lege batterijen.
De spanningstester voldoet aan de norm voor tweepolige spanningstesters (EN 61243-3/DIN VDE 0682-401) alsmede de
beschermingsgraad IP64 (stof- en spatwaterbeschermd) en is bedoeld voor gebruik bij een droge of vochtige omgeving
binnen- en buitenshuis. Niet gebruiken bij regen of neerslag. De spanningstester is geconstrueerd voor toepassing door
elektriciens in combinatie met een persoonlijke beschermende uitrusting.
Het apparaat beschikt aanvullend over een LC-display met .actuele waardeweergave van de meetspanning, een audiovisu-
ele doorgangstester, ingebouwde verlichting van het meetpunt alsmede de functie van een “enkelpolige” fasemeter. Voor de
meetfunctie zijn twee micro-batterijen (type AAA/LR03) nodig. Niet met accu’s gebruiken.
Een draaiveldrichtingsindicatie voor geaarde draaistroomnetten is aanwezig.
De spanningstester mag alleen in installaties van de meetcategorie CAT III (huisinstallaties/onderverdelingen) tot 1000 V
resp. in CAT IV (aan de bron van de laagspanningsinstallatie) tot 600 V ten opzichte van aardpotentiaal worden gebruikt.
Deze meetcategorieën zijn inclusief alle kleinere meetcategorieën (bijv. CAT II en CAT I).
De spanningstester moet tijdens het meten aan de beide grepen (1 en 16) rondom worden vastgepakt, Pak tijdens het meten
niet boven de tastbare begrenzingen van de handgreep (5 en 13) vast. Het indicatieveld mag niet afgedekt worden en de
metalen contacten evenals de meetpunten mogen niet aangeraakt worden.
Houd ook rekening met alle andere veiligheidsvoorschriften van deze gebruiksaanwijzing.
Het gebruik onder ongunstige omgevingscondities is niet toegestaan. Ongunstige omgevingscondities zijn:
- Natheid of te hoge luchtvochtigheid
- Stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen
- Explosiegevaarlijke gebieden (Ex)
- Onweer resp. onweeromstandigheden zoals elektrostatische velden etc.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het risico
van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken enz. Het samengestelde product dient niet aangepast resp. omgebouwd
te worden! Neem te allen tijde de veiligheidsaanwijzingen in acht!
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN EN WAARSCHUWINGEN
Dit apparaat heeft de fabriek in onberispelijke staat verlaten.
De gebruiker moet - om deze toestand te handhaven en om gebruik zonder gevaren te borgen - de veiligheidsaanwijzingen
en waarschuwingen in acht nemen, welke in deze gebruiksaanwijzing zijn opgenomen. Neem de volgende pictogrammen
in acht:
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut
moeten worden opgevolgd.
Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veiligheidsbeperking van
elektrische onderdelen in het apparaat.
Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de desbetreffende nationale en internationale richtlijnen.
Het „pijl”-pictogram vindt u bij bijzondere tips en aanwijzingen over de bediening.
• Bij beschadigingen veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt de waarborg/garantie!
Voor gevolgschade zijn wij niet aansprakelijk!
• Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik
of het niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen! In dergelijke gevallen vervalt elke vorm van garantie.
• Om redenen van veiligheid en toelating (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of wijzigen van het apparaat niet toege-
staan.
• Bij alle werkzaamheden moeten de voorschriften ter voorkoming van ongevallen van de brancheverenigingen voor
elektrotechnische installaties en bedrijfsmiddelen worden nageleefd.
• In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen dient door geschoold personeel voldoende toezicht te worden
gehouden op de bediening van meet- en testapparatuur en accessoires.
• Let erop, dat u het apparaat op juiste wijze in gebruik neemt. Raadpleeg daarbij deze gebruiksaanwijzing.
• De aangegeven spanningswaarden op de spanningstester zijn nominale spanningen.
• Stel het apparaat niet bloot aan extreme temperaturen, sterke trillingen of hoge vochtigheid. Een indicatie vindt alleen
plaats in een temperatuurbereik van –15°C tot +55°C en een relatieve luchtvochtigheid van max. 85% (niet condense-
rend).
• Houd de spanningstester alleen aan de daarvoor bestemde handgrepen (1 en 16) vast. Houd de spanningstester nooit
buiten de tastbare begrenzingen van de handgreep (5 en 13) vast.
• Controleer voor en na elk gebruik de spanningstester op juiste werking. Test op een bekende spanningsbron (bijv.
netspanning 230 V/AC) en controleer de juistheid van de indicaties. Bij uitval van een of meerdere weergavebereiken mag
de spanningstester niet meer worden gebruikt.
• De behuizing van de spanningstester mag, behalve voor het openen van het klepje van het batterijvak, niet worden
gedemonteerd.
• De spanningstester mag alleen bij installaties met de weergegeven spanningsbereiken worden toegepast.
• Het eerstvolgende hogere spanningsbereik van de niveau-indicatie gaat reeds vanaf de 0,85-voudige nominale waarde
branden.
• De bij gelijkspanning geldige grenswaarde voor de gevaarlijke contactspanning (conform DIN VDE 0100 deel 410) wordt
door de lichtindicatie 120 V aangegeven.
• De bij wisselspanning geldige grenswaarde voor de gevaarlijke contactspanning (conform DIN VDE 0100 deel 410) wordt
door de lichtindicatie 50 V aangegeven.
• De spanningstester werkt alleen bij correct geaarde laagspanningsinstallaties. Bij slecht geaarde installaties of isolerende
lichaamsbeschermende middelen kan de indicatie negatief worden beïnvloed.
• Bij onderbroken nulleider (N) of aardleiding (PE) wordt niets weergegeven!
• Houd de spanningstester schoon en berg hem volgens de voorschriften en droog op.
• Dit apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen.
• Als de tester niet wordt gebruikt, plaats dan altijd de meetpenbescherming op de meetpennen om verwondingen te
voorkomen.
• Bij gebruik van de spanningstester in het bereik van de meetcategorie CAT III en CAT IV wordt aanbevolen de bijgevoeg-
de kunststof beschermingshulzen (2) op de meetpennen te steken om de vrijliggende contactpuntlengte te verkleinen.
Hierdoor wordt het risico voor een mogelijke kortsluiting tijdens het testen verkleind.
• CAT I
Meetcategorie I voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten die niet direct via de netspanning
worden gevoed (bijv. apparaten op batterijen, etc.)
• CAT II
Meetcategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten die via een netstekker direct met
netspanning worden gevoed. Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT I voor het meten
van signaal- en stuurspanningen).
VERSIE 12/14