f) Kalibratie
1. Verwijder de beschermkap van de sonde. Druk op toets
(7) om het apparaat aan te
zetten.
2. Druk op de toets
(3) om de O2-modus te selecteren. Op het display (8) verschijnt het
symbool "O2".
3. Wacht 10 tot 30 minuten tot de sonde gepolariseerd is. De meetwaarde dient bij ca. 101,7
% verzadiging te liggen wanneer de sonde volledig gepolariseerd is. Het mogelijk dat de
waarde 101,7 % tijdens de eerste kalibratiepoging niet wordt bereikt. Als de weergegeven
waarde echter meer dan 85 % bedraagt, kunt u de sonde kalibreren.
4. Laat de sonde blootgesteld aan de lucht. Houd de toets
ca. 3 seconden ingedrukt om
de kalibratie te starten. Het kalibratiesymbool "CAL" (B) verschijnt op het display en de
verzadigingswaarde van 101,7 % begint te knipperen.
5.
Het knipperen stopt en op het display verschijnt eerst "SA" en daarna "End". De kalibratie is
voltooid. Het apparaat keert automatisch terug naar de modus "Meten".
6.
Als de kalibratie mislukt, verschijnt het symbool voor kalibratiefout (A) en in plaats van "SA"
verschijnt het bericht "Err".
De modus met het symbool "O2" is alleen bedoeld voor de kalibratie. Het zuurstofge
-
halte in de lucht kan niet worden gemeten.
1
Optionele nul-zuurstof-kalibratie
Deze instelling verbetert de meetnauwkeurigheid bij het meten van zeer lage of zeer hoge zuur-
stofgehaltes.
1.
Dompel de sonde in een zuurstofvrije kalibratieoplossing zoals bijv. 5 % natriumsulfiet.
2. Laat de meetsonde in de oplossing zitten. Wacht tot de waarde gestabiliseerd is.
3. Houd de toets
(7) ingedrukt om de kalibratie op te roepen.
4. Een stabiel weergegeven nulwaarde in een nuloplossing kan enkele minuten duren, afhan-
kelijk van het gebruik van de sonde vóór de kalibratie.
Als de weergegeven waarde zonder aangesloten sonde niet "0" is, kalibreer dan eerst
in de open lucht zonder sonde om een afleeswaarde van 0 % in te stellen.
g) Metingen uitvoeren
1. Verwijder de beschermkap van de meetsonde.
2. Spoel de meetsonde voor de meting met gedestilleerd water af en veeg deze droog.
59