Bedieningselementen en display
Werkwijze
a) Meetprincipe
Infraroodthermometers (IR-thermometers) meten de oppervlaktetemperatuur van een object.
De sensor van het product registreert de uitgestraalde, gereflecteerde en doorgelaten warm-
testraling van het object en zet deze informatie om in een temperatuurwaarde. Het emissie-
niveau is een waarde die de karakteristiek van de energiestraling van een materiaal uitdrukt.
Hoe hoger deze waarde, des te hoger is de capaciteit van het materiaal om stralingen uit te
zenden. Veel organische materialen en oppervlakken hebben een emissieniveau van ca. 0,95.
Metalen oppervlakken of glanzende materialen hebben een lage emissiegraad. Dat leidt tot
een onjuiste meting. Daarom moet bij metaalglanzende oppervlakken een matzwarte verflaag
of mat plakband worden opgebracht. Voor andere materialen kan de emissiegraad voor de
interne berekening aan te materiaal worden aangepast.
b) IR - Meetoptiek: Verhouding tussen meetafstand en meetoppervlak
Om exacte meetresultaten te verkrijgen moet het meetobject groter zijn dan de IR-meetplek
van de infraroodthermometer. De geregistreerde temperatuur is de gemiddelde temperatuur
van het gemeten oppervlak. Hoe kleiner het meetobject, des te korter moet de afstand ten
opzichte van de infraroodthermometer zijn.
De precieze meetplekgrootte staat in het volgende diagram. Dit is tevens op het apparaat ver-
meld. Voor exacte metingen moet het meetobject ten minste dubbel zo groot als de meetplek
zijn.
(D:S = Meetafstand:Meetoppervlak)
c) Richtlaser
De richtlaser wordt afhankelijk van de voorinstelling actief bij de meting. In de display verschijnt
bij ingedrukte meettoets een waarschuwing (1E).
Kijk nooit tijdens het meten in de meet- en laseropening..
De richtlaser is dubbel uitgevoerd en markeert het globale randbereik van het meetoppervlak..
Bij grotere afstanden gaan de beide laserpunten analoog ten opzichte van het meetoppervlak
uit elkaar.
De richtlaser kunt u activeren of deactiveren zoals wordt beschreven in punt 8 h.
Bediening
U kunt tussen de menu’s wisselen door eenvoudig op de toets MODE te drukken.
a) In- en uitschakelen
Druk op de ontspanner en het LCD-scherm zal oplichten. Na 8 seconden zonder bediening zal
de IR-Thermometer worden uitgeschakeld.
b) Manuele meting
• Richt op het te meten voorwerp. Houd de ontspanner ingedrukt. Het SCAN-icoon wordt tij-
dens de volledige meting op het scherm weergegeven.
• Om het meten te beëindigen, laat u de ontspanner los. Het SCAN-symbool wordt niet meer
getoond. En het HOLD-symbool verschijnt op het scherm. De laatste gemeten waarde wordt
op het scherm weergegeven.
c) Continue meting
• Druk verschillende keren op de SET-toets om de continue meting in te schakelen, tot het
sleutel-symbool om het scherm (linksboven) verschijnt.
• Druk op de MODE-toets om de continue meting te activeren (op het scherm wordt ON ge-
toond).
• Druk kort op de ontspanner om het meten te starten. Het SCAN-symbool verschijnt op het
scherm.
• U kunt het meten beëindigen door opnieuw op de ontspanner te drukken. Na 2 minuten wordt
de meting automatisch beëindigd. Het SCAN-symbool wordt niet meer getoond. De laatste
meetwaarde wordt op het scherm weergegeven.
• Om de continue meet-modus te beëindigen, verschillende keren op de SET-toets drukken
tot het sleutel-symbool verschijnt. De modus deactiveren door op de MODE-toets te drukken
(op het scherm wordt OFF getoond)
Zorg ervoor dat het te meten oppervlak groter is dan het laserpunt.
d) MAX/MIN/AVG/DIF meting
Druk kort op de MODE-toets om tussen de meetmodi maximale waarde (MAX), minimale waar-
de (MIN), gemiddelde waarde (AVG) en verschilwaarde (DIF) te kiezen. De berekende waarde
wordt op het 2de Scherm weergegeven.
e) Bovenste grenswaarde (Alarm)
Druk op de SET-toets om in het menu naar de bovenste grenswaarde (High) te gaan (zie hie-
ronder). Met de toets omhoog (Up) kunt u de grenswaarde in stappen van 1°C tot °F wijzigen.
Indien er geen toets meer wordt ingedrukt slaat het toestel de waarde na 5 seconden op en
verlaat het menu.
Meetwaardebeveiliging
Laser ingeschakeld
Bovenste/onderste grenswaarde (Alarm)
Batterij
Weergave “Scan“
Weergave “Hold“
Eenheid
Actuele meetwaarde
Modus
Emissiegraad
Meetwaarde-opgave volgens modi
