110
l) Vermogenmeting (alleen VC940)
Met deze meetfunctie kunnen, met behulp van de meegeleverde wandcontactdoosadapter, snel en
eenvoudig vermogenmetingen worden uitgevoerd aan apparaten met geaarde (zogenaamde Schuko)
of Euro-netstekkers.
Het meetbereik loopt van 0 - 2500 W.
Ga als volgt te werk voor het meten van vermogen:
(A)
(C)
(B)
COM
Hz
V
Ω
1
0A
MAX
mAμA
W
W
Zet de bereikkeuzeschakelaar (5) in de stand „W“.
•
Sluit de meegeleverde vermogenmeetadapter (C) aan op
•
de DMM.
Steek de netstekker (A) van de vermogenmeetadapter in
•
een wandcontactdoos met randaarde (maximaal 250V/
AC).
Steek de netstekker van de te meten verbruiker in de
•
wandcontactdoos (B) van de vermogenmeetadapter. Let
er op dat de verbruiker is uitgeschakeld.
Schakel de verbruiker in. De arbeidvermogensopname van de verbruiker wordt op het
•
hoofduitleesvenster (12) in de eenheid „W“ (Watt) weergegeven. In het rechter subuitleesvenster wordt
het schijnbare vermogen in „VA“ aangegeven, in het linker subuitleesvenster is de vermogensfactor
in „cos
φ
“ te zien.
Schakel de te meten verbruiker altijd eerst uit alvorens de netstekker uit de meetadapter te trekken.
•
Sluit geen apparaten met een opgenomen vermogen van > 2500 W aan op de DMM. De
vermogenmeetadapter mag uitsluitend worden aangesloten op wisselspanningen (190
tot maximaal 250 V/AC).
Meetduur bij vermogenmetingen: 0 tot 1150 W continu, 1150 W tot 2500 W maximaal 10
seconden met 15 minuten pauze.
AUTO-POWER-OFF-FUNCTIE
10.
Om de levensduur van de batterij niet onnodig te verkorten, is een automatische uitschakeling ingebouwd.
Het meetinstrument wordt vanaf de fabriek na 10 minuten uitgeschakeld. Deze tijd kan in het setup-menu
worden gewijzigd of uitgeschakeld. Door het indrukken van de blauwe knop of het bedienen van de
draaischakelaar kan het meetinstrument weer worden ingeschakeld.
Bij een geactiveerde „Send“-functie (actuele meetwaarden worden via de interface doorgestuurd) is de
Auto-Power-OFF functie uitgeschakeld.
11
HANDHABUNG UND INBETRIEBNAHME
6.
Display-Angaben und Symbole
∆
steht für Relativwertmessung (=Bezugswertmessung)
AUTO
steht für „Automatische Messbereichswahl“
OL
steht für Overload = Überlauf; der Messbereich wurde überschritten
Batteriewechselsymbol; bitte umgehend Batterie wechseln um Messfehler zu vermeiden!
Symbol für den Diodentest
Symbol für den akustischen Durchgangsprüfer
Uhrsymbol für aktivierte automatische Abschaltung (Auto-Power-OFF)
Symbol für die aktivierte Anzeigenbeleuchtung
40
0
Anzeige des Messwertes als analoge Balkenanzeige
TRUE RMS Indikator für Echteffektivwertmessung (AC oder AC+DC-gekoppelt)
AC
Wechselgröße für Spannung und Strom
DC
Gleichgröße für Spannung und Strom
mV
Millivolt (exp.-3)
V
Volt (Einheit der el. Spannung)
A
Ampere (Einheit des el. Stromes)
mA
Milliampere (exp.-3)
μ
A
Mikroampere (exp.-6)
Hz
Hertz (Einheit der Frequenz)
kHz
Kilohertz (exp.3)
MHz
Megahertz (exp.6)
Ω
Ohm (Einheit des el. Widerstandes)
k
Ω
Kilo-Ohm (exp.3)
M
Ω
Mega-Ohm (exp.6)
nF
Nano-Farad (exp.-9; Einheit der el. Kapazität)