65
11. StroomSneLheId meten
De anemometer gaat bij de meting van stroomsnelheden en volumestromen uit van de standaardvoorwaarden: 21,1 °C omgevings-
temperatuur, 1.013 mbar barometerdruk. Het apparaat beschikt niet over automatische temperatuurcompensatie.
Het hoofdscherm (3) van de display geeft de stroomsnelheid weer. Deze kan in vijf verschillende maateenheden worden weergege-
ven: m/s, ft/min, km/h, mph, knopen.
Druk tweemaal op „P/V/F” om de stroommodus (VEL) te openen. Druk evt. meermaals op de toets „Unit “ en selecteer vervolgens
de gewenste maateenheid.
Verbind de beide slangen met de anemometer en de pitotbuis, zoals getoond in de afbeelding. De „+”-ingang van de pitotbuis-ane-
mometer wordt via de witte slang met de drukaansluiting van de pitotbuis verbonden. De „-”-ingang van het meetapparaat verbindt u
met de zwarte slang met de aansluiting voor de statische druk aan de pitotbuis.
Druk op de toets „Hold/Zero” en houdt gedurende 2 seconden ingedrukt om een nulmeting uit te voeren.
Voor een zo nauwkeurig mogelijke meting houdt u de opening van de pitotbuis zo dicht mogelijk bij de stroomrichting – de afwijking
van de stroomrichting mag niet groter zijn dan ± 10°.
Als de resulterende meetwaarde negatief uitvalt of u een foutmelding („error”) krijgt, controleert u of beide slangen correct aan de
anemometer en pitotbuis zijn aangesloten.
"+"-ingang
"-"-ingang
Summary of Contents for 101719
Page 3: ...3 16 15 14 3 4 2 6 17 18 19 20 21 5 7 8 9 11 10 13 12 1...
Page 71: ...71...
Page 72: ...72...
Page 73: ...73...