Installatie
Opstelling
Kies een droge plaats op geruime afstand van een warmtebron.
Hoge temperaturen kunnen het vermogen van het apparaat
negatief beïnvloeden. Plaats de acculader niet te ver van de
accu om het spanningsverlies over de (12 Volt resp. 24 Volt)
aansluitdraden zoveel mogelijk te beperken. Beter is het dus
om de 220 Volt leiding indien nodig lang te maken. Plaats de
acculader ook niet pal boven de accu; zwavelhoudende accu-
dampen kunnen schade aan de electronische onderdelen ver-
oorzaken.
Monteer de acculader met behulp van de meegeleverde
bevestigingsmaterialen.
Aansluiten accu
Voor aansluitschema’s zie blz. 32.
Sluit de rode aansluitklem van de acculader aan op de pluspool
en de zwarte aansluitklem op de minpool van de accu. Pas
kabels van voldoende dikte toe en gebruik de meegeleverde
kabelschoenen; voor draadkeuzetabel zie blz. 31.
WAARSCHUWING
Grote stromen door te dunne draden of overgangsweer-
standen veroorzaakt door slechte verbindingen kunnen er
toe leiden dat draden of (stekker)verbindingen zeer heet
worden en brand kunnen veroorzaken.
Aansluiten netspanning
Sluit de acculader met behulp van het meegeleverde netsnoer
aan op een 220 Volt (240 Volt) stopcontact met randaarde.
Gebruik uitsluitend verlengsnoeren met randaarde stekkers en
contrastekkers.
Aarde
Via de M5 bout op het bedieningspaneel (
) kan het appa-
raat aan de massa van het schip worden gelegd om zo te wor-
den geaard.
WAARSCHUWING
Het aarden van 220 Volt (240 Volt) electrische apparaten
aan boord van een schip dat niet via een walaansluiting ver-
bonden is met een tegen aardlek beveiligd walstopcontact
is alleen zinvol als er op het schip een aardlekbeveiliging of
gestel-isolatiebeveiligings-installatie aanwezig is (zwevend
net).
Raadpleeg hiervoor uw installateur.
Tevens zijn hier de locale voorschriften van belang die per
land verschillen en ook de toepassing kan daarbij van
belang zijn (voor beroepsvaart en in het bijzonder passa-
gierschepen gelden vaak speciale regels).
VETUS kan geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor het
toepassen van de acculader in strijd met de plaatselijke
voorschriften.
Afstandsbedieningspaneel
Een afstandsbedieningspaneel is voorzien van 6 m lange kabel
met stekker. Plaats deze stekker in de ‘REMOTE CONTROL’
aansluiting op het bedieningspaneel.
Accu-temperatuursensor
Indien in tropische gebieden, of door andere omstandigheden
de accu’s zeer warm worden, verdient het aanbeveling om voor
deze (hoge) accutemperatuur de laadkarakteristiek aan te pas-
sen. Dit kan door middel van de als optie door VETUS te leve-
ren temperatuursensor.
Deze accu-temperatuursensor dient ook op de ‘REMOTE CON-
TROL’ aansluiting te worden aangesloten. Het is dan nodig om
via de daarvoor bestemde miniatuur schakelaar de acculader
hiervoor in te stellen. Zie ‘In bedrijf stellen’.
2
9.0108
Acculader type BC25, BC30, BC50, BC60
RCP1500
Temperatuursensor