Inovys II
2011-11
Pagina 11
NL
2.10 Transfer in en uit de rolstoel
L
VOORZICHTIG:
Indien U de transfer niet veilig op eigen kracht kan uitvoeren,
vraag dan hulp van iemand anders.
L
VOORZICHTIG:
Kans op kantelen van de rolstoel - Niet op de voetplaten staan.
1. Plaats de rug in de meest verticale positie.
2. Plaats de rolstoel zo dicht mogelijk bijstoel,
zetel
of bed van/naar waar U zich wilt
verplaatsen.
3. Zorg dat beide remmen van de rolstoel aan
staan.
4. Vouw de voetplaten naar boven zodat U er niet
op gaat staan.
5. Indien U zich langs de zijkant in of uit de rolstoel
wilt verplaatsen, is het mogelijk om de armsteun
(zie § 2.7) en/of de voetsteun (zie § 2.3) aan
deze kant te verwijderen.
6. Verplaats U van of naar de rolstoel.
2.11 Correcte positie in de rolstoel
Enkele aanbevelingen om comfortabel van Uw rolstoel gebruik te maken:
Plaats Uw zitvlak zo dicht mogelijk bij de rug.
Zorg dat Uw bovenbenen horizontaal zijn – Stel eventueel de lengte van
devoetsteunen bij. (zie § 3.8.1)
2.12 Rijden met de rolstoel (enkel voor 22" en 24" achterwielen)
L
WAARSCHUWING:
Kans op knellen – Houd Uw vingers niet tussen de spaken.
L
WAARSCHUWING:
Kans op knellen – Let op wanneer U door nauwe
doorgangen, zoals deuren, rijdt.
L
WAARSCHUWING:
Gevaar voor brandwonden– Wees voorzichtig bij het rijden
in extreem warme of koude omgevingen (zon, extreme koude, sauna's, enz.)
voor een bepaalde tijd en bij het aanraken.
1. Zet de remmen los.
2. Neem de aandrijfhoepels aan de bovenzijde vast.
3. Leun voorwaarts en draai de hoepels naar voor tot Uw armen gestrekt zijn.
4. Breng Uw handen terug naar de bovenzijde van de hoepels en herhaal de beweging.
2.13 Rijden met de rolstoel met de hulp van een begeleider
L
WAARSCHUWING:
Kans op knellen – Let op wanneer U door nauwe
doorgangen, zoals deuren, rijdt.
L
WAARSCHUWING:
Gevaar voor brandwonden– Wees voorzichtig bij het rijden
in extreem warme of koude omgevingen (zon, extreme koude, sauna's, enz.)
voor een bepaalde tijd en bij het aanraken.
De rolstoel kan worden voortgeduwd met de hulp van een begeleider via de hangrepen of
duwstang.