NL
8.3.3 Dalen van de last van materiaal
OPMERKING:
Tractel
®
raadt aan
2 operators voor de bediening van het toestel
tijdens deze bewerking in te schakelen.
De eerste operator is belast met het
stroppen van de last en het bedienen van
de bedieningskast.
De tweede operator is belast met het
neerzetten van de last in lage positie.
Beschrijving van de bedieningsfasen tijdens
het dalen van een last:
• De last stroppen en lichtjes doen stijgen.
• Plaats de last loodrecht op de plek waar
men de last moet neerzetten.
- Bij het gebruik van het toestel op een
dwarsarm:
De operator moet het handvat vastgrijpen
(fig. 1, teken 11) en de dwarsarm doen
draaien om de last verticaal te plaatsen in
verhouding tot de plek waar de last neergezet
moet worden. De operator doet de last dalen
door de daalknop van de bedieningskast
continu in te drukken.
- Bij het gebruik van het toestel op een
frame of steunend op de plaatsbuis:
De operator grijpt de last vast met een
aangepast bevestigingssysteem en plaatst
de last loodrecht op de plek waar de last
neergezet moet worden en doet vervolgens
de last dalen door de daalknop van de
bedieningskast continu in te drukken.
GEVAAR:
• Controleer of er zich geen enkel obstakel
bevindt op het daaltraject van de last.
• Controleer of de neerzetplaats beveiligd is
en of geen enkele persoon zich onder de last
bevindt.
• De operator moet verplicht een permanent
visueel contact hebben op de last over de
volledige lengte en hij moet in het bijzonder:
- Vermijden dat de last gaat schommelen
of draaien.
- Elk obstakel verwijderd houden van de
hijskabel of van de last van materiaal.
- Vermijden dat de hijskabel slap wordt.
• De daalbeweging van de last stoppen.
De operator laat de daalknop van de
bedieningskast los. Op dit moment moet de
operator de effectieve stop van de last
vaststellen.
• De last in lage positie plaatsen en
neerzetten.
BELANGRIJK:
Controleer, tijdens
het neerzetten, of de last stabiel is en of geen
enkel element zich kan losmaken.
OPMERKING:
De eindaanslag
is
geen bedieningsorgaan maar een
onderdeel van het veiligheidssysteem. De
eindaanslag mag bijgevolg niet vrijwillig
gebruikt worden en dient alleen als stopmiddel
als de normale loop onvrijwillig overschreden
wordt.
9 Noodprocedure in geval van incidenten
Met de rode noodstopknop (fig. 1, teken 16)
moet de beweging worden stopgezet in geval
van een slechte werking van de knoppen
“Stijgen” of “Dalen” of in het geval van
incidenten.
(Zie hoofdstuk 4: Veiligheidsinrichtingen).
Verwittig de bevoegde autoriteiten met het
oog op het inschakelen van neerzetting van
de massa en ingrepen op het toestel.
GEVAAR:
Zet verplicht een
veiligheidszone op rond het toestel en loodrecht
met de last om zodoende de toegang voor
onbevoegde personen te beletten.
BELANGRIJK:
Ongeacht de
oorzaak van de blokkering van de kabel
tijdens de beweging, stop onmiddellijk de
bedieningen zonder aan te dringen.
85