!
3
Neem de plastic ring tussen duim en wijsvinger en trek deze naar voren. Draai
de ring één stap hoger naar stand 2 of 3 (fig. N). Druk de ring voorzichtig aan,
zodat de uitsparing weer om het palletje sluit.
4
Duw de draaiknop
voorzichtig op zijn plaats. Dit kan maar op één manier.
Bekijk de achterkant van de dop voor de juiste positie.
Als het verstellen van de koushoogte niet het gewenste effect heeft, moet u
de kachel helemaal laten leegbranden
(hoofdstuk H).
Blijft de verbranding ook dan nog te laag en staat uw kous inmiddels op stand 3,
neem dan contact op met uw dealer of vervang de kous (
zie hoofdstuk M)
.
Als de verbranding na het bijstellen te hoog wordt (fig. K), moet u de koushoogte
vergrendeling weer een stand lager zetten. Anders hebt u kans op rook- en roet-
ontwikkeling.
G
STORING, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Wanneer u een storing via onderstaande instructies niet op kunt lossen, neem dan
contact op met uw dealer.
DE ONTSTEKING WERKT NIET
De batterijen zijn niet goed in de houder geplaatst.
Controleren (fig. D).
De batterijen zijn te zwak voor ontsteking.
Vervangen (fig. D).
De brandstof is op of de kous is vervangen.
Na vullen en terugplaatsen van de brandstoftank pas na 30 minuten de kachel
ontsteken.
ONREGELMATIGE VLAM EN/OF ROET EN/OF STANK
De verbrandingskamer
staat niet goed.
Gebruik hendel
om de kamer loodrecht te zetten, wanneer de hendel gemak-
kelijk van links naar rechts geschoven kan worden staat de kamer loodrecht.
De vlamhoogte is niet goed ingesteld.
Zie fig. K en de instructies in hoofdstuk D.
De gebruikte brandstof is over de houdbaarheidsdatum heen.
Ieder stookseizoen met nieuwe brandstof beginnen.
U gebruikt niet de juiste brandstof.
Zie JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ‘Vóór ingebruikname’).
Stofvlokken onderin de kachel.
Neem contact op met uw dealer.
De koushoogte is niet juist.
Neem contact op met uw dealer.
U gebruikt het apparaat op een ongeventileerde plaats of op een plaats waar
het blootstaat aan sterke wind.
Schakel de kachel uit en plaats deze op een geventileerde plaats of vermijd
blootstelling aan de wind.
DE KACHEL GAAT LANGZAAM UIT
De brandstoftank is leeg.
Zie hoofdstuk B.
Het onderste reservoir bevat water.
Neem contact op met uw dealer.
1
36
N
D