Toshiba RAS-10N3AV2 Series, Installation Manual

Page: 138 / 276

4
65 mm
100 mm
7
Installatieplaat
(Hou deze horizontaal.)
Gat van 5 mm diam.
Clipanker
(lokale onderdelen)
Bevestigingsschroef
Ø4 x 25
R
Ankerbout
Uitsteek 15 mm
of minder
BINNENMODULE BINNENMODULE
Installatieplaats
Afstandsbediening
• Een plaats waar geen obstakels zoals bijvoorbeeld een gordijn het signaal
afkomstig van de binnenmodule kunnen hinderen.
• Leg de afstandsbediening niet op een plaats waar ze is blootgesteld aan directe
zonnestraling of dicht bij een warmtebron zoals bijvoorbeeld een kachel.
• Hou de afstandsbediening minstens 1 m uit de buurt van een TV toestel
of stereo installatie. (Dat is nodig om te voorkomen dat beeld en/of geluid
wordt gestoord.)
• De plaats van de afstandsbediening dient te worden bepaald zoals hieronder
afgebeeld.
OPMERKING
• Bij het boren in een muur die metalen latten, roosters of platen bevat, moet
u gebruik maken van een los verkrijgbare opzetring.
Gat boren
Bij het installeren van koelleidingen aan de achterkant
Montageplaat bevestigen
Wanneer de montageplaat rechtstreeks op de
muur wordt bevestigd
1. Maak de montageplaat stevig vast aan de muur door ze bovenaan en
onderaan vast te schroeven en er vervolgens de binnenmodule aan vast
te haken.
2. Als u de montageplaat met behulp van ankerbouten op een betonnen muur
wilt bevestigen, gebruikt u de hiervoor bestemde gaten (zie onderstaande
afbeelding).
3. Bevestig de montageplaat horizontaal in de muur.
1. Nadat u de positie van het leidinggat op de montageplaat (

) hebt
bepaald, boort u het leidinggat (Ø65 mm) lichtjes schuin omlaag naar de
buitenkant toe.
• Een plaats met voldoende ruimte rond de binnenmodule, zoals aangege-
ven in de afbeelding.
• Een plaats waar de luchtinlaat en –uitlaat niet wordt gehinderd.
• Een plaats waar de leiding makkelijk aan de buitenmodule kan worden
bevestigd.
• Een plaats waar het voorpaneel kan worden geopend.
• De binnenmodule moet zo zijn geïnstalleerd dat de bovenkant minstens
2 m hoog zit. Plaats niets bovenop de binnenmodule.
OPGELET
5
4
°
45
°
5
7
°
(Zijaanzicht) (Bovenaanzicht)
Binnenmodule
Ontvangstbereik
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Ontvangstbereik
Binnenmodule
Het midden van het leidinggat
zit boven het pijltje.
Leidinggat
OPGELET
• Boor gaten met een diameter van 5 mm in muren van steen, beton en
dergelijke.
• Breng clipankers aan voor bevestigingsschroeven
7
.
OPMERKING
• Maak de vier hoeken en de onderkant van de montageplaat vast met 4 tot
6 bevestigingsschroeven.
OPGELET
• Directe zonnestraling op de draadloze ontvanger van de binnenmodule
moet worden vermeden.
• De microprocessor in de binnenmodule mag zich niet te dicht bij RF
ruisbronnen bevinden.
(Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer details.)
Gat Boren en Montageplaat Bevestigen
Maak bij het bevestigen van de montageplaat met een bevestigingsschroef
geen gebruik van een ankerboutgat. Indien u dat toch doet, kan het toestel
vallen en verwondingen of schade veroorzaken.
Indien het toestel niet stevig wordt bevestigd, kan het vallen en
verwondingen of schade veroorzaken.
1
7
Verankeringsboutopeningen
Haakje
Haakje
Haakje
Leidinggat
Leidinggat
Installatieplaat
Bevestigingsschroef
Gewicht
Binnenmodule
Schroefdraad
82,5
62
170
85
2 m ofs meer van de vloer
Bedrading
De verbindingskabel kan worden aangesloten zonder het voorpaneel
te verwijderen.
1. Verwijder het luchtinlaatrooster.
Open het luchtinlaatrooster naar boven en trek het naar u toe.
2. Verwijder het klemmendeksel en de snoerklem.
3. Steek de verbindingskabel (volgens de lokale snoeren) in het leidinggat in
de muur.
4. Verwijder de connectiekabel door het kabelslot in het achterpaneel zodat
het aan de voorzijde naar buiten steekt, zoals hieronder getoond.
5. Steek de verbindingskabel volledig in het klemmenblok en maak hem
stevig vast met schroeven.
6. Bevestig stevig, maar niet meer dan 1,2 N·m (0,12 kgf·m).
7. Maak de verbindingskabel vast met de snoerklem.
8. Bevestig het klemmendeksel, de achterplaatbus en het luchtinlaatrooster
op de binnenmodule.
Verbindingskabel aansluiten
OPGELET
• Raadpleeg het bedradingsschema op de binnenkant van het voorpaneel.
• Controleer de lokale bedrading en eventuele instructies of beperkingen
inzake bedrading.