66
8. Bediening
a) Zaaghoek instellen
• Draai de stelschroef een stukje los om de zaaghoek (5) in te stellen.
• Stel de gewenste zaaghoek in aan de hand van de schaalverdeling.
• Draai de stelschroef voor de zaaghoek (5) weer vast.
b) Zaagdiepte instellen
• Draai de stelschroef voor de zaagdiepte (13) een stukje los.
• Stel de gewenste zaagdiepte in aan de hand van de zaagdiepteschaal (12).
• Draai de stelschroef voor de zaagdiepte (13) weer vast.
c) Aan- en uitzetten
• Druk de inschakelbeveiliging (9) naar links of rechts en houd deze ingedrukt.
• Druk op de aan-uitschakelaar (10) om de handcirkelzaag in te schakelen.
• Om de handcirkelzaag uit te schakelen laat u de aan-uitschakelaar (10) weer los.
Na het starten van de motor kan de inschakelbeveiliging (9) worden losgelaten.
9. Verhelpen van storingen
De zaag werkt niet en kan niet worden ingeschakeld:
• De accu is leeg. Laad de accu op met de bijbehorende oplader.
• De accu is niet goed in de accuhouder (11) vastgeklikt.
Het zaagblad beweegt niet:
• Direct de zaag uitschakelen en de accu uit het apparaat verwijderen.
• Controleer of vreemde objecten het zaagblad blokkeren.
• Controleer of een deel in de beschermkap of de pendelkap (3) geblokkeerd is.
• Indien nodig het zaagblad verwijderen en/of vreemde delen verwijderen.