59
f) Specifieke veiligheidsvoorschriften voor handcirkelzagen
Veiligheidsvoorschriften voor alle zagen
• GEVAAR: Houd uw handen ver van het zaagbereik en van het zaagblad. Houd het apparaat met uw
andere hand vast aan de extra handgreep of aan de motorbehuizing. Als u de zaag met beide handen
vasthoudt, kunnen uw handen niet in contact komen met het zaagblad.
• Blijf uit de buurt van de onderkant van het werkstuk. Onder het werkstuk biedt de beschermkap geen
enkele bescherming. U kunt in het draaiende zaagblad komen dat uit het werkstuk steekt en kunt uzelf
verwonden.
• Pas de zaagdiepte aan aan de dikte van het werkstuk. Het beste is om minder dan een hele zaagblad-
tand te zien onder het werkstuk.
• Het te bewerken werkstuk mag nooit in de handen worden vastgehouden of op schoot worden gehou-
den. Zorg ervoor dat het werkstuk op een stabiele ondergrond rust. Het is belangrijk dat u het werkstuk
op passende wijze vastklemt. Losse werkstukken kunnen leiden tot lichamelijk letsel, beschadigingen
aan het zaagblad en controleverlies over het apparaat.
• Bij werkzaamheden waarbij het gevaar bestaat dat het gereedschap verborgen kabels aanraakt, moet
het elektrische gereedschap aan de geïsoleerde greepvlakken worden gehouden. Door het contact met
spanningsvoerende kabels worden de metalen onderdelen van het gereedschap geleidend met gevaar
voor elektrische schokken voor de gebruiker.
• Gebruik bij het zagen in de richting van de houtnerf een aanslag of een randgeleider. De zaagsnede
wordt daardoor preciezer en het klemmen van het zaagblad wordt geminimaliseerd.
• Gebruik altijd zaagbladen met de juiste grootte en boring. Zaagbladen die niet passen op de zaagblad-
houder draaien excentrisch en leiden tot controleverlies over het apparaat.
• Gebruik nooit beschadigde of ongeschikte onderlegringen of bouten voor het inspannen van het zaag-
blad. De onderlegringen en bouten van het zaagblad zijn specifiek voor de betreffende zaag geconstru-
eerd om prestaties en veiligheid te garanderen.
• Voor het monteren of verwijderen van het zaagblad moet de accu uit het apparaat worden genomen. Om
ongelukken door een onverwachte start van het apparaat te voorkomen, moet bij alle onderhoudswerk-
zaamheden voor veiligheid gezorgd worden.
• Indien bij het werken met elektrisch gereedschap een storing optreedt, schakelt u het apparaat direct uit.
Gecompliceerde werkzaamheden mogen niet met geweld worden uitgevoerd.
• Vang het stof op door het aansluiten van een afzuiginstallatie op het elektrische gereedschap. Dit biedt
de beste bescherming voor uw luchtwegen en deze vergemakkelijkt het werken.
• Het geproduceerde stof kan zeer ontvlambaar zijn. Brandgevaar! Verwijder het geproduceerde stof re-
gelmatig uit het werkgebied.
• Het inademen of het contact met bepaalde houtsoorten is schadelijk voor de gezondheid. Stel altijd vast
met welk materiaal u werkt en neem de nodige veiligheidsmaatregelen.
• Door het gebruik van het elektrische gereedschap ontstaan stof, lawaai en trillingen. Draag persoonlijke
beschermingsmiddelen om uw gezondheid te beschermen.
• De zaagvoet moet tijdens de werkzaamheden altijd met het oppervlak op het werkstuk liggen.
• Door het zagen van asbesthoudend materiaal kan stof ontstaan dat schadelijk voor de gezondheid is.
Houd u aan de wettelijke voorschriften en de aanbevelingen van de fabrikant.