1.9.2 Afloop van een gasalarm
Als een draadloze gasdetector een alarmsignaal aan de installatie geeft omdat
een kritieke gasconcentratie is bereikt, of als een aan de gasdetectoringang
aangesloten gasdetector alarm meldt, wordt in ieder geval alarm gegeven, om
het even of de installatie ingeschakeld of uitgeschakeld is.
De sirene klinkt ca. 30 seconden lang met korte onderbrekingen.
Afhankelijk van het type voertuig klinkt de claxon ook
ca. 30 seconden lang.
De knipperlichten knipperen ca. 180 seconden.
De status LED knippert ca. 180 seconden.
Als de oorzaak van het alarm blijft bestaan (kritieke gasconcentratie),
beginnen de knipperlichten en de status LED opnieuw te knipperen,
totdat de gasconcentratie niet meer kritiek is.
1.9.3 Inbraakalarm onderbreken met sleutel met afstandsbediening
De knop “Ontgrendelen” onderbreekt het alarm resp. deactiveert de installatie.
Afhankelijk van het type voertuig kan het hiervoor noodzakelijk zijn, om de
deuren van de bestuurderscabine te sluiten.
De knipperlichten knipperen, afhankelijk van het type voertuig, 1– 2 keer,
er klinkt 1 keer lang en 2 keer kort een intern piepgeluid (gedeactiveerd)
De status LED knippert al naargelang de oorzaak van het alarm (zie pag. 6).
1.9.4 Gasalarm onderbreken met sleutel met afstandsbediening
De knop “Ontgrendelen” onderbreekt het alarm resp. deactiveert de installatie.
Als het alarm gegeven wordt, terwijl de installatie gedeactiveerd is, moet de
installatie eerst geactiveerd worden (zie 1.1) om het alarm vervolgens te kunnen
onderbreken door op “Ontgrendelen” te drukken.
Afhankelijk van het type voertuig kan het hiervoor noodzakelijk zijn, om de
deuren van de bestuurderscabine te sluiten.
De knipperlichten knipperen, afhankelijk van het type voertuig, 1 – 2 keer,
er klinkt 1 keer lang en 2 keer kort een intern piepgeluid (gedeactiveerd)
De status LED knippert al naargelang de oorzaak van het alarm (zie pag. 6).
1.9.5 Inbraakalarm onderbreken met draadloze handzender:
Elke willekeurige knop “Ontgrendelen” onderbreekt het alarm resp. deactiveert
de installatie.
Afhankelijk van het type voertuig kan het hiervoor noodzakelijk zijn, om de
deuren van de bestuurderscabine te sluiten.
De knipperlichten knipperen, afhankelijk van het type voertuig, 1– 2 keer,
er klinkt 1 keer lang en 2 keer kort een intern piepgeluid (gedeactiveerd)
De status LED knippert al naargelang de oorzaak van het alarm (zie pag. 6).
Bedieningshandleiding WiPro III
Pagina 4
NL
Summary of Contents for WiPro III
Page 65: ...Notes...
Page 66: ...Notes...