40
41
GEBRUIKSAANWIJZING
GARANTIEVOORWAARDEN
Toepassing en geldigheidsduur
De fabrikant verleent één jaar garantie op
materiaal- en productiefouten.
Omvang van de garantie
De garantie vervalt een jaar na de
oorspronkelijke aankoopdag. De fabrikant is
verantwoordelijk voor fouten aan het product bij
a
fl
evering of die ontstaan in de garantieperiode.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor fouten
aan het product als aannemelijk kan worden
gemaakt dat de fout komt omdat het
• niet is gebruikt op de manier zoals beschreven
in de gebruiksaanwijzing
• niet is verzorgd en onderhouden volgens de
gebruikersaanwijzing
• is verbouwd, gewijzigd of is blootgesteld aan
andere externe beschadiging
• is
overbelast.
Geen fouten zijn
• normale
slijtage
• normaal verbruik van slijtagedelen.
Claim
Indien de koper een fout wil claimen, moet de
dealer op de hoogte worden gebracht binnen een
redelijke termijn, normaliter 14 dagen nadat de
fout is opgetreden of bekend is.
Service en reparatie
Eventuele service of reparatie moet altijd worden
uitgevoerd door een erkende servicewerkplaats,
die voor ieder afzonderlijk geval beoordeelt
wat de geschikte maatregelen zijn. Raadpleeg
uw verkoper voor meer informatie over de
dichtstbijzijnde servicewerkplaats, of zie het adres
aan achterzijde van de gebruiksaanwijzing.
TIPS VOOR VEILIG GEBRUIK
VAN LADDER
A Inspectie en voorbereiding
A. 1. Controleer draagbaar klimmaterieel na
ontvangst en voor ieder gebruik.
A. 2. Controleer vóór ieder gebruik alle
onderdelen van draagbaar klimmaterieel op
hun toestand en werking.
A. 3. Gebruik nooit beschadigd of gebroken
draagbaar klimmaterieel.
A. 4. Breng geen tijdelijke reparaties aan aan
draagbaar klimmaterieel.
A. 5. Houd draagbaar klimmaterieel zoveel
mogelijk vrij van ongerechtigheden, zoals
natte verf, modder sneeuw en olie.
B Toepassing en plaatsing
I. Algemeen
B. 1. Gebruik draagbaar klimmaterieel uitsluitend
voor het doel waarvoor het is vervaardigd.
Maak geen oneigenlijk gebruik van draagbaar
klimmaterieel.
B. 2. Stel draagbaar klimmaterieel zorgvuldig op.
Ga met overleg te werk. Plaats draagbaar
klimmaterieel niet ondersteboven,
achterstevoren of tegen ronde of smalle
zuilen e.d.
B. 3. Plaats draagbaar klimmaterieel nooit op
tafels, kisten, kratten of een ander onstabiel
stavlak.
B. 4. Plaats draagbaar klimmaterieel niet op een
helling of op een zachte, oneffen of gladde
ondergrond.
B. 5. Neem extra voorzorgen wanneer draagbaar
klimmaterieel voor een deuropening, in een
passage e.d. moet worden opgesteld.
B. 6. Pas op! Metalen draagbaar klimmaterieel is
geleidend voor elektriciteit. Plaats metalen
draagbaar klimmaterieel op minimaal 2
meter van niet-geïsoleerde, onder spanning
staande elektrische delen.
B. 7. Gebruik bij harde wind - windkracht 6 -
buitenshuis geen draagbaar klimmaterieel.
B. 8. Laat opgesteld draagbaar klimmaterieel nooit
onbeheerd achter. Denk aan kinderen.
B. 9. Beklim bij 3-delige reformladders, welke
worden toegepast als vrijstaand draagbaar
klimmaterieel, nooit het uitgeschoven derde
ladderdeel boven het scharnierpunt.
NL
B. 10. Plaats draagbaar klimmaterieel zodanig, dat
de afstand van de voet van het draagbaar
klimmaterieel tot de muur ongeveer gelijk
is aan een kwart van de lengte van het
draagbaar klimmaterieel. (Het draagbare
klimmaterieel behoort in deze stand onder
een hoek van ± 75° ten opzichte van het
horizontale vlak te staan).
B. 11. Stel draagbaar klimmaterieel op tegen een
stevig dragend punt, nooit tegen een raam.
B. 12. Gebruik draagbaar klimmaterieel van de
goede lengte. Het draagbaar klimmaterieel
dient tenminste één meter uit te steken
boven de plaats waartoe het toegang geeft.
B. 13. Plaats draagbaar klimmaterieel welk kan
worden opgestoken zodanig, dat alleen
beklimming mogelijk is aan de opgestoken
zijde.
B. 14. Let er op dat bij meerdelig draagbaar
klimmaterieel, welk in uitgeschoven of
opgestoken stand wordt gebruikt, de haken
goed over de sporten grijpen.
B. 15. Het optrektouw moet in de gebruiksstand
van het draagbare klimmaterieel zijn
vastgezet aan een sport.
C Beklimming en gebruik
C. 1. Beklim draagbaar klimmaterieel altijd met
het gezicht er naar toe.
C. 2. Beklim draagbaar klimmaterieel alleen,
wanneer u minimaal één hand vrij hebt om
het vast te houden.
C. 3. Beklim draagbaar klimmaterieel zonder
platform nooit hoger dan de vierde
standplaats van bovenaf.
C. 4. Draag bij het gebruik van draagbaar
klimmaterieel geen slippers, schoenen met
hoge hak of klompschoenen.
C. 5. Draag bij het gebruik van draagbaar
klimmaterieel geen schoeisel met gladde of
vervuilde zolen.
C. 6. Zorg dat u bij het verrichten van
werkzaamheden altijd met twee voeten op
het draagbaar klimmaterieel staat.
C. 7. Ga nooit met één voet op draagbaar
klimmaterieel en met de andere voet op
bijvoorbeeld een raamkozijn staan.
C. 8. Leun niet te ver opzij. Verplaats draagbaar
klimmaterieel wat vaker.
C. 9. Verplaats draagbaar klimmaterieel niet
wanneer u er op staat.
D Onderhoud en opslag
D. 1. Onderhoud draagbaar klimmaterieel volgens
de voorschriften.
D. 2. Inspecteer draagbaar klimmaterieel geregeld
op gebreken, zoals vervorming en slijtage.
D. 3. Laat iedere beschadiging aan draagbaar
klimmaterieel zo spoedig mogelijk repareren
door een terzake deskundige.
D. 4. Houd draagbaar klimmaterieel schoon en
vrij van ongerechtigheden.
D. 5. Behandel houten draagbaar klimmaterieel
minimaal één maal per jaar met een
houtconserveringsmiddel of met blanke lak.
D. 6. Schilder houten draagbaar klimmaterieel
nooit met verf.
D. 7. Vernietig gebroken, versleten of
onherstelbaar beschadigd draagbaar
klimmaterieel.
D. 8. Berg draagbaar klimmaterieel zodanig op, dat
doorhangen wordt voorkomen.
D. 9. Berg houten draagbaar klimmaterieel op
in een koele en voldoende geventileerde
ruimte.
Alle ladders voldoen aan de eisen van de
Warenwet en zijn conform de regels, zoals
beschreven in de NEN2484, getest door TNO.
GEBRUIKSAANWIJZING
NL