148
Gecodeerde programma‘s / Volume / Taalkeuze
6.5 Ontvangst van gecodeerde programma‘s
> Plaats een
CONAX
-smartcard in het slot van de ingebouwde kaartlezer
(de gouden chip moet naar voren en in de richting van het slot wijzen).
of
> Plaats een CI-module in het slot met de bovenzijde naar achter gericht.
> Schuif de smartcard in het kaartslot van de CI-module.
Let erop dat de gouden chip van de smartcard naar achter en in de richting
van het kaartslot gericht is.
Wanneer een gecodeerd programma gekozen wordt, zal uw televisietoestel automatisch het CI-slot en
de kaartlezer controleren. Als voor dit programma een geldige smartcard of een geschikte CI-module
met geldige smartcard geplaatst is, zal het programma ongecodeerd weergegeven worden.
6.5.1 Smartcard PIN-code
Bij gecodeerde programma‘s kunnen uitzendingen, die niet voor kinderen geschikt zijn, door een kin-
derslot geblokkeerd worden. Voor het vrijgeven van de betreffende uitzending, moet de op de smart
-
card opgeslagen PIN-code ingevoerd worden.
> Voor het vrijgeven van de uitzending,
voert u met de
cijfertoetsen
de uit vier cijfers bestaande smartcard PIN-code in.
6.6 Volumeregeling
> Zet het volume van uw televisietoestel met de
wiptoets hoger
en met de
Volume -
wiptoets lager.
6.6.1 Mute functie
> Door op de
Geluid aan/uit
toets te drukken wordt het geluid uitgeschakeld.
Door nogmaals op deze toets te drukken, schakelt u het geluid weer in.
6.7 Kiezen van een andere taal/geluidoptie
Als een programma in meerdere talen of op verschillende geluidskanalen wordt uitgezonden,
dan verschijnt boven de infobox de mededeling
Sound selection (Geluidkeuze)
of verschijnt in de infobox een Dolby symbool.
> Door op de toets
Taalkeuze
te drukken verschijnt een lijst met de uitgezonden talen/geluidopties.
> Markeer de door u gewenste taal met de
omhoog/omlaag pijltjestoetsen
en druk vervolgens op
OK
om te bevestigen.
Let op
dat de geselecteerde geluidkeuze voor het betreffende kanaal als voorkeur-audiotaal
opgeslagen wordt en ook na het uitschakelen van het toestel of het overschakelen naar een
ander kanaal behouden blijft.