3
De pomp en het gehele aansluitsysteem moeten tegen vorst worden beschermd.
Alle aangesloten leidingen moeten absoluut water- en luchtdicht zijn, omdat lekkende leidingen de prestatie van
de pomp verminderen en aanzienlijke schade kunnen veroorzaken. Gebruik eventueel geschikt afdichtmateriaal
om een luchtdichte montage te garanderen.
Gebruik niet te veel kracht bij het aandraaien van schroefverbindingen, om beschadiging te voorkomen.
Let er bij het leggen van de aangesloten leidingen op dat er geen druk door gewicht, trillingen of spanningen op
de pomp wordt uitgeoefend. Bovendien mogen de aangesloten leidingen geen knikken of tegenhellingen
vertonen.
5.2.
Installatie van de drukleiding
De drukleiding brengt de vloeistof van de pomp naar het aftappunt. Om stromingsverliezen te voorkomen, is het
raadzaam een drukleiding met een zo groot mogelijke diameter te gebruiken - het beste is een diameter die gelijk
is aan die van de pompuitgang.
Om de installatie eenvoudiger te maken, wordt een tweedelige multifunctionele aansluitboog (10) met de
volgende aansluitmogelijkheden meegeleverd: aansluiting met buitenschroefdraad van 33,25 mm
(1
”)
en
26,44 mm
(¾
“)
, slangaansluiting van 28 mm en 34 mm.
Bij de aanpassing aan de drukleiding moeten de overbodige, nauwere delen van het multifunctionele aansluitstuk
langs de aangegeven snijpunten (a, b) worden afgesneden. Voor verwijdering van overbodige delen kunt u het
beste een kleine zaag gebruiken. Bij aansluiting aan de 33,25 mm
(1
“)
buitenschroefdraad wordt alleen de boog
zonder vernauwingsdeel gebruikt.
Voer eventueel nodige aanpassingen uit, voor u het multifunctionele aansluitstuk aan de drukaansluiting van de
pomp aanbrengt.
5.3.
Vaste installatie
In geval van een vaste installatie zijn stijve buizen als drukleiding het meest geschikt. Bij dit soort installaties is
het raadzaam de drukleiding direct na de pompuitgang van een terugslagventiel te voorzien, zodat er na het
uitschakelen van de pomp geen vloeistof terug kan stromen. Bovendien bevelen wij aan achter pomp en
terugslagventiel een afsluitventiel te installeren, zodat onderhoudswerkzaamheden eenvoudiger kunnen worden
uitgevoerd. Als u dan bij demontage van de pomp het afsluitventiel sluit, kan de drukleiding niet leeglopen.
5.4.
Instelling van de vlotterschakelaar
Controleer of de pomp afslaat als de waterstand daalt en de vlotterschakelaar het
uitschakelniveau heeft bereikt.
Let er tijdens de installatie goed op dat de vlotterschakelaar zich vrij kan bewegen.
In de handmatige modus van de pomp (met vastgezette vlotter), moet de pomp voortdurend in
de gaten worden gehouden, zodat hij niet droogloopt.
De pomp is voorzien van een vlotterschakelaar (2) die
– afhankelijk van de waterstand – ervoor zorgt dat het
toestel automatisch af- of aanslaat. Zodra de waterstand een niveau gelijk aan of lager dan het uitschakelniveau
bereikt, slaat de pomp af. Zodra de waterstand het startniveau bereikt over overschrijdt, slaat de pomp aan. Start-
en uitschakelniveau kunnen worden gewijzigd door het loshangende deel van de kabel (3) van de
vlotterschakelaar korter of langer te maken. De kabellengte kan d.m.v. de kabelhouder (4) worden ingesteld, die
zich aan het handvat (5) van de pomp bevindt. Hierbij gaat het om de lengte van het deel van de kabel dat vrij
kan bewegen en van de kabelhouder tot aan de vlotterschakelaar loopt. Hoe langer de kabel, hoe lager het
uitschakel- en hoe hoger het startniveau. Omgekeerd daalt bij een kortere kabel het startniveau en wordt het
uitschakelniveau verhoogd.
Mocht de pomp boven het uitschakelniveau afzuigen, dan moet de vlotterschakelaar handmatig worden bediend,
bijv. door vastzetting in een rechte positie. U moet daartoe de kabel van de vlotterschakelaar uit de kabelgeleiding
aan de zijkant (4) halen. Zet vervolgens de vlotterschakelaar in de daarvoor bestemde houder (13) onder de
kabelgeleider vast door de schakelaar van boven verticaal in de houder te schuiven, zodanig dat de kabel naar
beneden wijst. Alleen in deze modus kan het in de technische gegevens aangegeven min. afzuigniveau worden
bereikt. Hierbij moet de pomp echter voortdurend in de gaten worden gehouden, zodat hij niet droogloopt.
5.5.
Positie van de pomp
Bij het plaatsen van de pomp moet u erop letten dat de in de technische gegevens aangegeven maximale
dompeldiepte niet wordt overschreden. Tegelijkertijd mag het minimum zelfaanzuigniveau niet worden
onderschreden. Tijdens het gebruik van de pomp mag de waterstand dan tot het minimum afzuigniveau dalen.
Plaats de pomp op een stevige ondergrond. Plaats de pomp nooit direct op losse stenen of zand. Let er bij het
plaatsen van de pomp goed op dat de pomp niet kan omvallen of met zijn aanzuigopeningen (6) in de bodem kan
inzinken. Het aanzuigen van zand, modder of soortgelijke stoffen moet worden voorkomen. Gebruik voor het
plaatsen, optillen en dragen van de pomp uitsluitend het handvat. Gebruik zonodig voor het neerlaten en
34
34
Summary of Contents for DRAIN 6000/36
Page 40: ...1 T I P 1 1 2 2 3 2 4 2 5 3 6 4 7 4 8 5 9 5 10 6 11 7 12 7 1 RCD FI 30 mA 38 38...
Page 42: ...3 5 5 1 5 2 10 33 25 mm 1 26 44 mm 28 mm 34 mm a b 33 25 mm 1 5 3 5 4 2 3 4 5 4 13 40 40...
Page 43: ...4 5 5 6 6 FI 30 mA DIN VDE 0100 739 H07RN F 3 x 1 0 mm 7 230V AC T I P DRAIN 41 41...
Page 46: ...7 1 2 3 11 www tip pumpen de 12 PDF e mail service tip pumpen de 2012 19 EU 44 44...
Page 71: ...1 T I P 1 1 2 2 3 2 4 2 5 3 6 4 7 4 8 4 9 5 10 6 11 7 12 7 1 RCD FI 30 mA 8 69 69...
Page 73: ...3 5 5 1 5 2 10 33 25 1 26 44 28 34 a b 33 25 1 5 3 5 4 2 3 4 5 4 13 5 5 71 71...
Page 74: ...4 6 6 Fl 30 mA DIN VDE 0100 739 VDE H07RN F 3 x 1 0 mm 7 230V T I P DRAIN 8 72 72...
Page 77: ...7 11 www tip pumpen de 12 PDF service tip pumpen de EU EU 2012 19 EU 75 75...
Page 102: ...1 T I P 1 1 2 2 3 2 4 2 5 3 6 4 7 4 8 4 9 5 10 6 11 7 12 7 1 RCD 30 100 100...
Page 104: ...3 5 5 1 5 2 10 33 25 1 26 44 28 34 a b 33 25 1 5 3 5 4 2 3 4 5 4 13 102 102...
Page 105: ...4 5 5 6 6 FI 30 DIN VDE 0100 739 H07RN F 3 x 1 0 VDE 7 230 T I P DRAIN 8 103 103...
Page 108: ...7 11 www tip pumpen de 12 PDF service tip pumpen de 2012 19 EU 106 106...
Page 109: ...1 T I P 1 1 2 2 3 2 4 2 5 3 6 4 7 4 8 4 9 5 10 6 11 7 12 7 1 30 8 107...
Page 111: ...3 5 5 1 5 2 10 33 25 1 26 44 28 34 a b 33 25 1 5 3 5 4 2 3 4 5 4 13 109...
Page 112: ...4 5 5 6 6 FI 30 DIN VDE 0100 739 H07RN F 3 x 1 0 VDE 7 230 T I P DRAIN 8 110...
Page 113: ...5 www tip pumpen de 9 8 1 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 2 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 3 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 111...
Page 115: ...7 11 www tip pumpen de 12 PDF service tip pumpen de 2012 19 EU 113...
Page 121: ......
Page 122: ......
Page 123: ......