72
DE
73
DE
a) PF, PV, PVI-2, PV-N
1.
Trek eerst de kartelknop
omhoog. In deze stand
wordt het dradenkruis niet
versteld, indien u aan de
kartelknop draait.
2. Breng dan door draaien van de kartelknop het nulpunt van
de schaal in overeenstemming met het indexpunt op de
richtkijker.
3. De dradenkruisverstelling en de kartelknop worden weer
aan elkaar gekoppeld door eenvoudig de kartelknop in te
drukken. Uw individuele richtpuntinstelling is nu precies
als nulpunt gejusteerd.
b) PV-S 6-24x50 P
1.
Draai met de bijgevoegde
inbussleutel de drie schroe-
ven op de kartelknop los.
Nu kan de kartelknop los-
gedraaid worden.
2. Breng het nulpunt van de schaal in overeenstemming
met de indexstreep en zet de kartelknop weer met de drie
schroeven vast.
Bediening
Instelling van de beeldscherpte
Uw individuele instelling voor de beste scherpte van het
dradenkruis bereikt u door eenvoudig de dioptrie-stelring te
draaien.
Draai de dioptrie-stelring eerst
helemaal naar links
➀
(tegen
de wijzers van de klok in) en
dan naar rechts
➁
, tot het dra-
denkruis de optimale scherpte
heeft.
Het gehele verstelbereik bedraagt 5 dioptrie (-3/+2).
NL
NL
Het veranderen van de vergroting
Door draaien van de vergrotings-stelring kunt u de gewenste
vergroting traploos instellen. De schuin geplaatste schaal
maakt een eenvoudig en praktisch aflezen van de vergroting
mogelijk. Voor een betere oriëntering heeft de zachte, gepro-
fileerde stelring-omhulling een neusje.
Het dradenkruis
a) in het 1e beeldvlak (objectief beeldvlak)
bij PF, PV (voor uitzonderingen zie b), PV-N:
Bij verandering van de vergroting wordt zowel het beeld als
het dradenkruis vergroot, waardoor een schatten van de
afstand tot het doel eenvoudiger wordt.
b) in het 2e beeldvlak (oculair beeldvlak) bij
PVI-2 4-16x50 P, PVI-2 6-24x50 P,
PV 4-16x50 P, PV 6-24x50 P en PV-S 6-24x50 P:
Bij verandering van de vergroting blijft het dradenkruis even
groot – weliswaar wordt de grootte van het beeld veranderd,
maar niet de grootte van het dradenkruis. Zelfs bij hoge ver-
grotingen wordt maar weinig van het doel afgedekt.
1
e
beeldvlak:
Beeld en draden-
kruis zijn even
sterk vergroot.
2
e
beeldvlak:
Het beeld is
vergroot, het
dradenkruis blijft
onveranderd.