2.10
Voor de werkzaamheden
De doorslijpmachine op technisch goede staat
controleren – het desbetreffende hoofdstuk in de
handleiding in acht nemen:
–
De schakelhendel en blokkeerknop moeten
goed gangbaar zijn – de schakelhendel en de
blokkeerknop moeten na het loslaten automa‐
tisch terugkeren in de uitgangspositie
–
De doorslijpschijf moet voor het door te slijpen
materiaal geschikt zijn, in goede staat verke‐
ren en correct zijn gemonteerd (draairichting
en goed vastzitten)
–
Schakelhendel bij niet-ingedrukte blokkeer‐
knop geblokkeerd
–
Arrêteerhendel moet gemakkelijk in stand
‚
resp.
ƒ
kunnen worden geplaatst
–
Geen wijzigingen aan de bedieningselemen‐
ten en de veiligheidsinrichtingen aanbrengen
–
De handgrepen moeten schoon en droog, vrij
van olie en vuil zijn – belangrijk voor het veilig
werken met de doorslijpmachine
–
De contacten in de accuschacht van de door‐
slijpmachine op vreemde voorwerpen en ver‐
vuiling controleren
–
De accu correct aanbrengen – moet hoorbaar
vastklikken
–
Geen defecte of vervormde accu's gebruiken
–
Bij nat slijpen zorgen voor voldoende water‐
toevoer
De doorslijpmachine mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op ongeluk‐
ken!
2.11
Apparaat inschakelen
Alleen op een vlakke ondergrond, op een stabi‐
ele en veilige houding letten, de doorslijpma‐
chine goed vasthouden – de doorslijpschijf mag
niet de grond, noch enig ander voorwerp raken
en niet in de slijpvoeg liggen.
De doorslijpmachine wordt slechts door één per‐
soon bediend. Andere personen buiten het werk‐
gebied houden.
Inschakelen zoals staat beschreven in de hand‐
leiding – zie "Apparaat inschakelen".
De doorslijpschijf blijft nog even draaien nadat de
schakelhendel wordt losgelaten – kans op letsel
door het uitloopeffect!
2.12
Tijdens de werkzaamheden
De doorslijpmachine alleen gebruiken voor het
met de hand doorslijpen.
Altijd voor een stabiele en veilige houding zor‐
gen.
0000-GXX-4961-A0
De doorslijpmachine altijd met beide handen
vasthouden: de rechterhand op de achterste
handgreep – geldt ook voor linkshandigen. Voor
een goede geleiding de draagbeugel en de
handgreep met de duimen omsluiten.
180BA022 KN
Als een doorslijpmachine met een roterende
doorslijpschijf in de richting van de pijl wordt
bewogen, ontstaat er een kracht die de machine
probeert te doen kantelen.
Het door te slijpen object moet vast liggen, altijd
de doorslijpmachine naar het object geleiden –
nooit omgekeerd.
0000-GXX-4962-A0
De beschermkap voor de doorslijpschijf moet het
slijpstof afwenden van de gebruiker en de door‐
slijpmachine.
Op de vliegrichting van het slijpstof letten.
Nederlands
2 Veiligheidsinstructies
136
0458-707-9621-B