
Katheterstabilisatiehulpmiddel
Lees dit zorgvuldig alvorens het hulpmiddel te gebruiken
Punten van overweging ten aanzien van veiligheid en doetreffendheid:
Rx Only. Opmerking: Krachtens de federale wetgeving (VS) mag dit hulpmddel uitsluitend door of op voorschri t van een arts worden verkocht.
Gesteriliseerd met ethyleenoxide Uitsluitend voor eenmalig gebruik. Niet opnieuw
steriliseren. Niet gebruiken wanneer de verpakking beschadigd is. De vloeistofbaan (indien aanwezig)
is pyrogeenvrij.
Informatie over productcode,
lotnummer en uiterste gebruiksdatum: zie verpakking.
Verander niets aan het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel of zijn componenten. De procedure dient te worden uitgevoerd
door geschoold personeel met kennis van anatomische oriëntatiepunten, veilige
behandelingstechnieken en mogelijke complicaties.
LATEXVRIJ
Gebruiksaanwijzing:
Het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel is een bevestigingshulpmiddel voor compatibele medische buisjes en katheters.
Contra-indicaties:
Bekende allergie tegen tape of hechtmiddelen.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen:
1. Gebruik het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel niet wanneer blijvende kleefkracht niet verzekerd is, zoals bij een
verwarde patiënt, bezwete of niet-aanklevende huid, of wanneer het toegangshulpmiddel niet dagelijks
gecontroleerd wordt.
2. Neem tijdens het aanbrengen en verwijderen van het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel de bij bloed- en lichaamsvloeistof-
behandeling algemeen geldende voorzorgsmaatregelen en infectiebeheer-singsprocedures n acht.
3. HECHT HET
S
tat
L
ock
®-HULPMIDDELCELFSTOFKUSSEN MET HECHTDRAAD AAN DE HUID ALS DAT
GEWENST OF NOODZAKELIJK WORDT GEACHT.
4. Vermijd dat het
S
tat
L
ock
®
-hulpmiddel in contact komt met alcohol of aceton; beide stoffen
kunnen de samenhang van de componenten en de kleefkracht van het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddelcel-
stofkussen verminderen.
5. Beperk het hanteren van katheter of slang tijdens het aanbrengen of verwijderen van het
S
tat
L
ock
®-
hulpmiddel zoveel mogelijk.
6. Verwijder olie en vochtinbrengende cremes van de huid rond het doelgebied.
7. De aankleving van het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddelcelstofkussen en de ligging van de katheter of slang
moeten routinematig worden geinspecteerd.
8. Plaats het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel zodanig dat de pijlen naar de tip van de katheter wijzen.
9. Het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel moet minstens eenmaal per 7 dagen worden vervangen.
10. Dit is een hulpmiddel voor eenmalig gebruik. Het opnieuw gebruiken en/of opnieuw verpakken kan een
risico van infectie voor de patiënt of gebruiker inhouden, kan een invloed hebben op de structurele
integriteit en/of het essentiële materiaal en de ontwerpkenmerken van het hulpmiddel die tot een fout
van het hulpmiddel en/of letsel, ziekte of overlijden van de patiënt kunnen leiden.
11. Niet opnieuw steriliseren. De steriliteit van het hulpmiddel voor eenmalig gebruik kan na hersterilisatie
niet worden gegarandeerd als gevolg van een onbepaalbare mate van mogelijke pyrogene of microbiële
contaminatie die tot infectieuze complicaties kan leiden. Hersterilisatie kan een invloed hebben op de
structurele integriteit, het essentiële materiaal en/of de ontwerpkenmerken en kan leiden die tot een
onvoorspelbaar verlies van functionaliteit en/of een fout van het hulpmiddel.
Maak bij het aanbrengen en verwjderen van het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel gebruk van steriele behandelingstechnieken. Raadpleeg de
afbeelding voor
S
tat
L
ock
®-specifieke details.
Aanbrengen van het
S
tat
L
ock
®
-hulpmiddel:
1. PREP: Prepareer de met het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel te behandelen plaats als volgt:
a. Alcohol_ om huid te ontvetten en Betadine te verwijderen, daarna
b. Huidprep (indien ingesloten)_ om beter vast te zitten en de huid te beschermen, daarna
LAAT VOLLEDG DROGEN.
2. AANDRUKKEN: Bevestig de slang of katheter aan de houder van het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel voordat u het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddelcelstofkussen op de huid aanbrengt.
3. AFPELLEN: Pel de papieren deklaag van het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel af en
4. PLAATSEN: Plaats het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel kant voor kant op het doelgebied van de huid.
N.B:
• Het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddelcelstofkussen kan worden aangehecht nadat met behulp van röntgenopna-
men de juiste positie van de katheter of slang is geverifieerd.
Algehele verwijdering van het
S
tat
L
ock
® hulpmddel:
Verwijder voorzichtig de overliggende verbandmiddelen met gebruikmaking van oprektechnieken en verwi-
jder de hechtingen (indien van toepassing).
1. LOS de
S
tat
L
ock
®-hulpmiddelkleefstof op met een watje met alcohol terwijl u het
S
tat
L
ock
®-
hulpmiddelcelstofkussen voorzichtig oplicht.
2. MAAK de katheter of slang los van de
S
tat
L
ock
®-hulpmiddelhouder.
3. LEG de wisseling van de
S
tat
L
ock
®-hulpmiddelpleister vast op de behandelkaart van de patiënt.
4. WERP al het gebruikte materiaal weg in daarvoor geschikte afvoercontainers.
Extensieset
Gebruiksndicatie:
Voor gebruik als extensie voor het I.V.-vloeistoftoedieningssysteem. De mannetjes-Luer-adapter van de
S
tat
L
ock
®-hulpmiddelextensieset is speciaal ontworpen om de extensieset te beveiligen als hij gebruikt
wordt als onderdeel van het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddelstabilisatiesysteem.
Gebruksaanwijzing:
Gebruik aseptische technieken.
1. Draai alle aansluitingen vast.
2. Verwijder zoals vereist de
beschermdoppen (A).
3. Sluit de vrouwtjespoort (B) aan op
de vloeistoftoedieningslijn of het
instrument en vul/spoel.
4. Sluit de mannetjespoort (C) aan op
de katheternaaf.
5. Open de schuifklem (D) voor
onbelemmerde flow.
6. Bet het septum van de injectieplaats en
de naaldloze klep (indien aanwezig) met
geprefereerd ontsmettingsmiddel.
Algemene voorzorgsmaatregelen:
1. Vermijd opgesloten lucht in de set. De slang doorprikken kan luchtembolie of lekken veroorzaken.
2. Vermijd contact van het
S
tat
L
ock
®-hulpmiddel met alcohol, dit kan de structuur van plastic componenten wijzgen.
Optes / Voorzorgsmaatregelen:
Naaldloze klep (E) en Y-plaats met naadloze klep (F)
1. Sluit vloeistoflijn of –instrument aan op het midden van de klep met uitsluitend gebruik van Luer
lock-aansluitingen.
2. Gebruik geen canule met stompe tip of conventionele naald. Als een naald moet worden gebruikt, moet
er een PRN-adapter aan worden bevestigd en als standaard-injectieplaats worden gebruikt.
T-connector (G)
Afsluitkraan (H)
1. Plaats de hendel boven de poort die u wilt sluiten.
2. Open de poort voor vloeistoftoediening.
3. Sluit de beschikbare poort en doe er een dop op als hij niet wordt gebruikt.
Standaard-Y-plaats ()
1. Gebruik uitsluitend met conventionele naald. Niet gebruiken met canule met stompe tip.
AANTEKENINGEN
1. De slang is niet-DEHP PVC.
2. Werp de gebruikte set weg in de toepasselijke container.
3. Vervang de extensieset en poorten volgens de CDC-richtlijnen.
Bard en StatLock zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van C. R. Bard, Inc.
Alle overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.
NEDERLANDS
A
A
H
B
D
F
I
C
A
TOEDIENINGSLIJN
of
of
Opties
Opties
KATHETERNAAF
E
G