NL
14
Afloopschema invoeren
Een afloopschema is een verzameling van
schroefsituaties die in een voorgeschreven volgorde
worden uitgevoerd. Nadat u de schroefsituaties hebt
ingevoerd, kunt u een afloopschema vastleggen.
In het menu “Afloopschema’s" kunt u
nieuwe afloopschema’s aanleggen,
afloopschema’s bekijken of wissen
Wanneer een bepaalde volgorde van de
schroefsituaties niet vereist is, hoeft u geen
afloopschema aan te leggen. U kunt de
ingevoerde schroefsituaties ook direct selecteren.
Selecteer met de toetsen “O” of “U” in het
hoofdmenu het menupunt "Afloopschema’s”.
Bevestig de selectie met de toets "MR".
U bevindt zich in het submenu “Afloopschema’s”.
Bevestig met de toets "MR" om het afloopschema
in te voeren.
Op het display wordt een lijst met alle ingevoerde
schroefsituaties weergegeven.
Selecteer met de toetsen “O” of “U” de
schroefsituatie “Schroef A”.
Druk een keer op de toets “MR“ om een
afloopschema ma Zoe te voegen.
U mag de toets “Toevoegen” niet twee keer
indrukken. In dat geval wordt namelijk de
geselecteerde schroefsituatie nog een keer
toegevoegd.
De invoer wordt door middel van een akoestisch
signaal en een kort oplichten van de groene lichtdiode
bevestigd.
De door u gekozen schroefsituatie is nu de eerste
schroefsituatie in uw afloopschema.
Voeg met behulp van de toetsen “O”, “U” en “MR”
de schroefsituaties “Schroef C” en “Schroef B”
toe.
Geef het afloopschema de naam “Voorbeeld”.
Zodra u het afloopschema een naam hebt
gegeven, kunt u voor dit afloopschema geen
verdere schroefsituatie meer vastleggen.
Druk twee keer achter elkaar op de toets "ML" om
het menu te verlaten.
Gebruik van de
momentsleutel
Hoe u schroefsituaties en afloopschema's in de
momentsleutel kunt instellen, kunt u nalezen in
het praktijkvoorbeeld van het hoofdstuk
"Gegevens voor een schroefvolgorde invoeren"
(zie pagina 12).
Momentsleutel tarreren
De momentsleutel moet bij ieder schroefproces
getarreerd zijn om een nauwkeurige meting te
waarborgen. De tarreerprocessen van de sleuteltypes
712R/6 en 713R verschillen van elkaar.
SENSOTORK
®
712R/6
Het tarreren van de momentsleutel geschiedt per druk
op de toets "MR".
Tarreer de momentsleutel telkens wanneer hij in
onbelaste toetstand een waarde aangeeft die voor de
meetnauwkeurigheid onacceptabel is.
Na het tarreren kan een andere waarde dan 0,00
blijven staan. Deze dient binnen de vereiste
nauwkeurigheid van de schroefsituatie te blijven.
Wanneer dit niet het geval is, herhaalt u het
tarreerproces.
SENSOTORK
®
713R
Het tarreren van de momentsleutel geschiedt op
dezelfde wijze als bij het type 712R/6. Bij het
indrukken van de toets "MR" wordt echter ook de
draaiingshoek getarreerd.
De draaiingshoek wordt eveneens getarreerd bij het
wisselen van een schroefsituatie.
Het tarreerproces van de draaiingshoek kan meerdere
seconden duren. Tijdens het tarreerproces wordt op
het display "Tarra" weergegeven.
Plaats de ingeschakelde momentsleutel op een
vlakke ondergrond en houd hem vast.
OPGELET
De instellingen voor het afloopschema worden
niet opgeslagen.
Sluit de invoer van een afloopschema steeds af
met het invoeren van een naam.
GEVAAR
Gevaar voor ernstig of dodelijk letsel
als gevolg van verkeerde meetwaarden.
Waarborg vóór gebruik de correcte
instelling van de momentwaarde.
Waarborg vóór gebruik de veilige
montage van de/het gebruikte dop en/of
insteekgereedschap.
OPGELET
Beschadiging van de momentsleutel
U mag de momentsleutel niet overbelasten.
Neem het maximaal instelbare draaimoment
strikt in acht (zie typeplaatje).