6. Bediening
36
6.1 Voordat de pomp gestart wordt
Zorg dat de pomp
nooit droog komt te staan
(zonder water) Dit leidt tot beschadiging van de
aasafdichting en de interne plastic componenten.
6.2 Opstarten van de pomp
Wanneer de pomp beneden het waterniveau
staat of lineair geschakeld is met de hoofdpomp,
start hij zodra de afsluitkleppen in de inlaat
worden geopend.
Bij toepassingen boven het waterniveau moet de
pomp gevoed worden door de zuigleiding en het
pompgat te vullen met water.
De pomp wordt opgestart door hem aan te
schakelen. De zuigtijd is afhankelijk van de
zuighoogte en de lengte van de aanzuiglijn.
Als de pomp niet werkt, controleer dan of alle
afsluitkleppen open staan en of er geen lek is in
de aanzuiglijn, waardoor het water vermengd
wordt met lucht, wat de werking tegenhoudt.
7. Foutopsporing
Pomp kan niet gevuld worden:
Motor werkt niet:
Geringe doorstroming - Hoge filterdruk:
Geringe doorstroming - Lage filterdruk:
Onvoldoende water in de pompbehuizing
Hoofdpomp levert geen water
Inlaatklep gesloten
Luchtlek in de aanzuiglijn
Power staat uit
Circuitonderbreker is doorgeslagen
De pomp is uitgeschakeld door een
tijdschakelaar
De motor is niet goed aangesloten
Aandrijver is geblokkeerd door vuil
Filter is vies
Verstopping in retourleiding
Inlaat afvoer is geblokkeerd
Aandrijver is geblokkeerd door vuil
Luchtlek in de aanzuiglijn
De motorrotatie is niet goed
Luchtlek in de aanzuiglijn
Vuil in de afvoerlijn of de behuizing van de
pomp
Diameter van de aanzuiglijn is te klein
Pomp onjuist geïnstalleerd
Cavitatie (te weinig water)
Te weinig ventilatie voor de motor
Te smalle bedrading
Pomp maakt lawaai:
Motor wordt heet:
Het is van het grootste belang dat de pompen
regelmatig onderhouden, gereinigd en
geïnspecteerd worden. Dit voorkomt problemen
en verhoogt de werkveiligheid en
betrouwbaarheid.
8.1 Onderhoud
Het onderhoud aan het product mag alleen
uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel.
Het is raadzaam om, voordat de pomp weer
wordt opgestart na een lange periode van
inactiviteit (bv. in de lente), de motors d.m.v. de
motorventilator te laten draaien met de pomp
uitgeschakeld en met de pomp vol water. Gebruik
hiervoor een schroevendraaier. Hierdoor wordt de
aasafdichting geopend, waardoor de motor
gemakkelijker te starten is.
8.2. Te vervangen onderdelen
Onderdelen moeten vervangen worden conform
de door de fabrikant gespecificeerde technische
vereisten Door originele onderdelen te gebruiken
wordt dit altijd gegarandeerd. Wij bieden alleen
garantie op originele reserveonderdelen die door
ons geleverd worden. Wij accepteren geen
aansprakelijkheid of garantie in het geval van
schade veroorzaakt door het gebruik van
ongeautoriseerde onderdelen of accessoires.
Zorg voor een veilige en milieuvriendelijke
verwijdering van het product die voldoet aan de
nationale regelgeving.
8. Onderhoud
9 Verwijdering