29
3
Selecteer een naam uit de naamlijst
door de regelknop te verdraaien en
druk vervolgens op de regelknop.
4
Selecteer een nummer uit de
nummerlijst door de regelknop te
verdraaien en druk vervolgens op de
regelknop.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Opmerking
Afhankelijk van de mobiele telefoon is het
mogelijk dat de weergegeven contactpersonen op
het toestel afwijken van het telefoonboek van de
mobiele telefoon.
Bellen vanuit de
gesprekkenhistorie
Wanneer u verbinding maakt met een
mobiele telefoon die PBAP (Phone Book
Access Profile) ondersteunt, kunt u de
gesprekkenhistorie die opgeslagen is op de
mobiele telefoon raadplegen en een oproep
doorvoeren.
1
Druk op
, verdraai de
regelknop tot "RECENT CALL" wordt
weergegeven en druk vervolgens op de
regelknop.
Er wordt een lijst van gesprekken in de
gesprekkenhistorie weergegeven.
2
Selecteer een naam of telefoonnummer
uit de gesprekkenhistorie door de
regelknop te verdraaien en druk
vervolgens op de regelknop.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Bellen door een nummer in te
toetsen
1
Druk op
, verdraai de
regelknop tot "DIAL NUMBER" wordt
weergegeven en druk vervolgens op de
regelknop.
2
Verdraai de regelknop om het
telefoonnummer te selecteren en
selecteer als laatste " " (spatie) en druk
vervolgens op
(ENTER)*.
Het telefoongesprek wordt gestart.
* Als u de digitale aanduiding wilt
verplaatsen, drukt u op
–/+.
Opmerking
In het display wordt "_" weergegeven in plaats
van "#".
Een voorkeuzenummer
bellen
U kunt maximaal 6 contacten opslaan in de
voorkeuzetoetsen. Zie "Voorkeuzetoetsen"
voor informatie over hoe u deze contacten
kunt opslaan (pagina 30).
1
Druk op
, draai aan de
regelknop tot "BT PHONE" wordt
weergegeven en druk vervolgens op de
regelknop.
2
Druk op een cijfertoets (
tot
)
om de contactpersoon te selecteren die
u wilt bellen.
3
Druk op
(ENTER).
Het telefoongesprek wordt gestart.
Bellen door
nummerherhaling
1
Druk op
, verdraai de
regelknop tot "REDIAL" wordt
weergegeven en druk vervolgens op de
regelknop.
Het telefoongesprek wordt gestart.