39
POSITION
SET F/R POS
(positie voor/achter
instellen) (pagina 36)
ADJ POSITION
*
1
(positie aanpassen)
SET SW POS
*
1
(subwooferpositie
instellen) (pagina 36)
BALANCE
De geluidsbalans aanpassen: "RIGHT-
15" – "CENTER" – "LEFT-15".
FADER
Het relatieve niveau aanpassen:
"FRONT-15" – "CENTER" – "REAR-15".
DM+
*
2
LOUDNESS
(dynamische loudness)
Hoge en lage tonen versterken voor
helder geluid bij lagere volumeniveaus:
"ON", "OFF".
ALO
(automatische niveau-aanpassing)
Het volumeniveau van alle
weergavebronnen aanpassen naar het
optimale niveau: "ON", "OFF".
RB ENH
*
3
(versterking lage tonen achter)
RBE MODE
(stand versterking lage
tonen achter)
De stand voor versterking van de lage
tonen achteraan selecteren: "1", "2", "3",
"OFF".
LPF FREQ
(frequentie van
laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: "50 Hz", "60 Hz", "80 Hz",
"100 Hz", "120 Hz".
LPF SLOP
(steilheid laagdoorlaatfilter)
De LPF-steilheid selecteren: "1", "2", "3".
SW DIREC
*
4
(rechtstreekse
subwooferverbinding)
SW MODE
(subwooferstand)
De subwooferstand selecteren: "1", "2",
"3", "OFF".
SW PHASE
(fase subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren:
"NORM", "REV".
SW POS
*
1
(subwooferpositie)
(pagina 36)
De subwooferpositie selecteren: "NEAR",
"NORMAL", "FAR".
LPF FREQ
(frequentie van
laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: "50 Hz", "60 Hz", "80 Hz",
"100 Hz", "120 Hz".
LPF SLOP
(steilheid laagdoorlaatfilter)
De LPF-steilheid selecteren: "1", "2", "3".
S.WOOFER
(subwoofer)
SW LEVEL
(subwooferniveau)
Het subwoofervolume aanpassen:
"+10 dB" – "0 dB" – "–10 dB".
("ATT" wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
SW PHASE
(fase subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren:
"NORM", "REV".
SW POS
*
1
(subwooferpositie)
De subwooferpositie selecteren: "NEAR",
"NORMAL", "FAR".
LPF FREQ
(frequentie van
laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: "50 Hz", "60 Hz", "80 Hz",
"100 Hz", "120 Hz".
LPF SLOP
(steilheid laagdoorlaatfilter)
De LPF-steilheid selecteren: "1", "2", "3".