
Building Technologies
74 319 0620 0 a
17.04.2008
62/152
nl
68 Maximum
vervroegde
uitschakeling
0:00 h
(0:00…6:00)
......................
h
Max. vervroegde uitschakeling
voor einde gebruikssperiode
Instelling 0:00 =
geen uitschakeloptimalisering
69 Maximum
begrenzing
ruimtetemperatuur
--.- °C
(--.- / 0…35)
...................
°C
Instelling --.- = inactief
Alleen mogelijk met
ruimte-apparaat/ opnemer
70 Invloedfactor
ruimtetemperatuur
4
(0…20)
.........................
Versterkingsfactor voor de
invloed van de
ruimtetemperatuur op de
aanvoertemperatuur
Alleen mogelijk met
ruimte-apparaat/opnemer
71 Verhoging
gew.
waarde ruimtetemp.
bij aanwarmen
5 °C
(0…20)
...................
°C
72 Parallelverschuiving
van de stooklijn
0.0 °C
(
−
4.5…+4.5)
...................
°C
Waarde in
°C ruimtetemperatuur
73 Instelling van de
stooklijn
0
(0…2)
.........................
0 = analoog
1 = digitaal in re via bus
2 = digitaal alleen via databus
Blok driepuntsaandrijving verwarmingsgroep
81 Max.
begrenzing
aanvoertemperatuur
--- °C
(--- / 0…140)
...................
°C
Instelling --- = inactief
Geen veiligheidsfunctie
82 Min. begrenzing
aanvoertemperatuur
--- °C
(--- / 0…140)
...................
°C
Instelling --- = inactief
83 Max.
begrenzing
van de aanvoer-
temperatuurstijging
--- °C/h
(--- / 1…600)
..............
°C/h
Instelling --- = inactief
(deze functie voorkomt
uitzettingsgeluiden)
84 Warmtevraag-
verhoging
10 °C
(0…50)
...................
°C
Verhoging gewenste waarde
naar voorregeling
85 Looptijd van de
servomotor
120 s
(30…873)
......................
s
86 P-band van de
regeling (Xp)
32.0 °C
(1.0…100.0)
...................
°C