Siemens Building Technologies
74 319 0677 0 a
G2720xx
07.04.2009
31 / 98
nl
Nederlands
Functie
Zie afb.
1
op pagina 1.
Met de startkit kan de kamertemperatuur in een of twee zones
afzonderlijk worden geregeld met behulp van max. zes SSA955-
radiatorregelaandrijvingen (KIT911 bevat één aandrijving, KIT914
bevat 4 aandrijvingen).
De kamertemperatuur in zone 1 wordt gemeten door het apparaat
QAW912. De kamertemperatuur in zone 2 wordt gemeten door de
interne sensor van de eerste SSA955 die met zone 2 verbonden
is.
Een verwarmingsinstelling kan via de optionele adapter voor
radioverbinding KRF960 of de verwarmingsregelaar RRV912 naar
het centrale verwarmingssysteem worden verstuurd.
Als het systeem wordt uitgebreid met de Synco Living centrale
unit, kunnen alle inrichtingen van de startkit worden gebruikt,
behalve de QAW912.
Installatie
Zie afb.
2
tot
5
op pagina 2-3.
1.
Voor de installatie van de SSA955, zie instructies
2
.
2.
Voor de installatie van de KRF960 en RRV912 (niet in de kit
inbegrepen), zie instructies
3
en
4
.
3.
Voor de installatie van de QAW912, zie instructies
5
.
Inbedrijfstelling
De apparaten inschakelen
2
+
36
De apparaten worden automatisch ingeschakeld, zodra
de batterijen worden geplaatst. Daarop volgt een korte test van de
batterijcapaciteit.
Op het apparaat
QAW912
wordt het volledige scherm
30
gedurende twee seconden weergegeven. Als de batterijcapaciteit
laag is, verschijnt het overeenkomstige symbool op het scherm.
Bij de regelaandrijving
SSA955
licht de led tijdens de batterijtest
gedurende twee seconden groen op. De led wordt twee seconden
rood, als de capaciteit laag is.
De led blijft groen en gaat knipperen, zodra de aandrijving gereed
is om de verbinding te maken.
De aandrijving moet op een klep geïnstalleerd zijn, opdat de
kalibratie kan worden uitgevoerd vóór de verbinding wordt
gemaakt (zo niet wordt een foutmelding weergegeven).
Als het apparaat al is aangesloten, controleert de
regelaandrijving of hij is ingesteld als hoofd- (LC) of parallelle
regelaar (PC). Als hij als hoofdregelaar is ingesteld, kleurt de
led afwisselend groen en rood terwijl hij driemaal knippert.
Als hij als parallelle regelaar is ingesteld, brandt de led niet.
Daarna schakelt het apparaat in normaal bedrijf.
De instelmodus selecteren
Zie afb.
6
en
7
op pagina 3.
6
Door even op de functieknop
F
te drukken, schakelt de
kamerunit in de instelmodus en op het scherm verschijnt het
symbool . De eerste instellijn op het scherm varieert volgens de
actuele bedrijfs- en foutstatus.
7
Met de draaiknop
3
kunt u de
gewenste instellijn selecteren.
Door even op de modusknop
1
te drukken, schakelt het
apparaat weer in normaal bedrijf.
De SSA955-radiatorregelaandrijvingen verbinden
Zie afb.
8
tot
14
op pagina 3-4.
Voor zone 1 wordt de temperatuursensor van de kamerunit
gebruikt.
Zone 2 gebruikt de interne temperatuursensor van de
regelaandrijving die als eerste met zone 2 is verbonden (LC).
Er wordt geen rekening gehouden met de sensoren van de
andere, parallelle regelaars.
Om de regelaandrijvingen aan de tweede zone te kunnen
toewijzen, dient eerst het type kamer op instellijn 52 te
worden ingesteld (zie “Instellingen in instelmodus”).
De regelaandrijvingen worden als volgt aan een zone toegekend:
8
Selecteer instellijn 53 op het apparaat (54 voor zone 2). Het
programmeersymbool knippert en ‘conn’ wordt weergegeven.
9
Druk even op de timer-/programmeerknop
2
(het
radiosymbool knippert).
10
Druk op de functieknop
F
op de SSA955 om te verbinden
(meer dan 5 seconden).
11
‘Proc’ wordt weergegeven, terwijl de apparaten verbinding
maken. Zodra de kamerunit de regelaandrijving heeft
gedetecteerd en ermee is verbonden, weerklinkt een akoestisch
signaal en het nummer van het verbonden apparaat (d1…d7) en
de functie (LC voor hoofdregelaar en PA voor parallelle regelaar)
wordt weergegeven.
Na een geslaagde verbinding herstart de regelaandrijving en
automatisch wordt een zelfkalibratie uitgevoerd. Het apparaat is
nu aangesloten en schakelt in normaal bedrijf.
12
Andere aandrijvingen in dezelfde zone kunnen direct worden
verbonden met
10
.
Als de verbinding met de centrale unit is mislukt, gaat de led
na 1 minuut sneller knipperen (het normale knipperpatroon
versnelt, statusaanduiding van onverbonden bedrijf). Op de
kamerunit wordt ‘fail’ weergegeven
13
. Als het maximale
aantal regelaandrijvingen voor de kamerunit is bereikt,
verschijnt ‘full’ op het scherm
14
.
Het verbindingsproces wordt beëindigd door op de timer-
/programmeerknop
2
op de kamerunit te drukken of na verloop
van 4 minuten.
Om regelaandrijvingen aan de andere zone toe te kennen, begint
u opnieuw bij stap
8
.
Een apparaat voor verwarmingsinstellingen
verbinden
Zie afb.
8
tot
16
op pagina 3-4.
Een apparaat om verwarmingsinstellingen te verzenden (KRF960,
RRV912), wordt verbonden zoals in
8
tot
11
, maar m.b.v.
instellijn 55 op de kamerunit en de functieknop
F
op het
apparaat om te verbinden (
15
en
16
).
De instellijnen voor de verwarmingsinstelling (60-63) worden
pas weergegeven, als een geschikt apparaat is aangesloten.
16
Op de
RRV912
moet de relaisuitgang Q1 of Q2 m.b.v. de
kanaalkeuzeknop
CH
worden geselecteerd voor de verbinding.
Druk daarna op de functieknop
F
op de RRV912 (langer dan
5 seconden), tot de led knippert.
De radioverbinding testen
17
Selecteer instellijn 56 m.b.v. de draaiknop
3
en activeer ze
met de timer-/programmeerknop
2
(het radiosymbool knippert).
18
Druk even op de functieknop
F
op het apparaat, om te
testen (
16
bij de RRV912 selecteert u eerst de geschikte
relaisuitgang m.b.v. de kanaalkeuzeknop
CH
).
Er weerklinken drie signalen bij de kamerunit en het apparaat-
nummer (d1…d7) wordt weergegeven, als de test voorbij is.
Voor een SSA955 worden ook het zonenummer (1 of 2) en de
functie (LC of PA) weergegeven
19
.
Bij een RRV912 verschijnt tevens het symbool voor de
verwarmingsinstellingen
20
.
Om de verbinding met een ander apparaat te testen, drukt u even
op de functieknop.
De radioverbindingstest wordt beëindigd door op de timer-
/programmeerknop
2
te drukken of na verloop van 4 minuten.
Voor de KRF960 is een radioverbindingstest niet mogelijk.
De werking van dit apparaat kan met een bedradingstest
worden gecontroleerd (lijn 60).
De apparatenlijst weergeven/apparaten
verwijderen
21
Selecteer instellijn 57 m.b.v. de draaiknop en bevestig met de
timer-/programmeerknop. Als geen apparaten zijn aangesloten,
verschijnt ‘- - - -’
22
. Anders wordt het eerste apparaat in de
apparatenlijst weergegeven.