105
NL
6.6 Gebruik van de SMART-besturingskast
Algemene beschrijving
Indicatorlampje voor
stroomvoorziening
Weergave van activering
motor 1 en 2
Validering
van de taak
Navigatie
Terug
Tijd
Voedingsspanning
Intensiteit
per motor
Geforceerde
werking van de
motoren
De pompen uitschakelen
Indicatorlampjes voor stroomvoorziening
P1
P1
P2
P2
U=235V
10:45:55
I1=0.0A
I2=0.0A
AC
➤
➤
➤
➤
P1
P2
➤
➤
➤
➤
10:47:10
AC
JOURNAL
› ›
››
Door het menu navigeren
Vorig menu
Het menu openen
Terug naar het
startscherm
Volgend menu
Motoren aan-/uitschakelen
Voor onderhoud of vervanging van een
motor kan elke motor afzonderlijk wor-
den uitgeschakeld.
Houd 5 seconden ingedrukt
om de motor uit te schake-
len.
Het ledlampje springt op
rood en er verschijnt een
kruisje bij de uitgeschakelde
motor.
Druk nogmaals 5 seconden
op de knop om de motor
weer in te schakelen, het
ledlampje springt weer groen
en het kruisje gaat uit.
P1
P1
P2
P2
U=234V
10:46:27
I1=0.0A
I2=0.0A
AC
➤
➤
➤
➤
Controle van het alarm
Een speciaal venster met het alarmtype en de alarmtijd blijft geopend zolang de fout die het alarm heeft
veroorzaakt niet is opgelost.
Zodra de storing is verholpen, keert u terug naar het algemene scherm waarop een alarmmelding ver-
schijnt.
Om de alarmmelding te wissen, drukt u gewoon op een van de twee toetsen voor geforceerde werking.
De details van het alarm kunt u bekijken in het alarmlogboek.
P1
P2
U=230V
10:46:14
I1=0.0A
I2=0.0A
AC
! ALARME !
ALARME
Pas de AC
Debut a:10:45
10:45:45
AC
! ALARME !
ALARME
X
Openen van de connector
Ontgrendelen en loskoppelen van de connector