![Scheppach Vario Speed DP18VARIO Translation Of Original Operating Manual Download Page 45](http://html1.mh-extra.com/html/scheppach/vario-speed-dp18vario/vario-speed-dp18vario_translation-of-original-operating-manual_1211281045.webp)
www.scheppach.com
+(49)-08223-4002-99
+(49)-08223-4002-58
45 І 80
www.scheppach.com
+(49)-08223-4002-99
+(49)-08223-4002-58
Werksnelheden
Let bij het boren op het juiste toerental. Dit is afhankelijk
van de boordiameter en het materiaal.
De onderstaande lijst helpt u bij het kiezen van toeren
-
tallen voor verschillende materialen.
De opgegeven toerentallen zijn slechts richtwaar
-
den.
Ø boor
Grijs
gietijzer
Staal
Ijzer
Alumi-
nium
Brons
3
2550
1600
2230
9500
8000
4
1900
1200
1680
7200
6000
5
1530
955
1340
5700
4800
6
1270
800
1100
4800
4000
7
1090
680
960
4100
3400
8
960
600
840
3600
3000
9
850
530
740
3200
2650
10
765
480
670
2860
2400
11
700
435
610
2600
2170
12
640
400
560
2400
2000
13
590
370
515
2200
1840
14
545
340
480
2000
1700
16
480
300
420
1800
1500
18
425
265
370
1600
1300
20
380
240
335
1400
1200
22
350
220
305
1300
1100
25
305
190
270
1150
950
Verzinkboren en centerboren
Met deze tafelboormachine kunt u ook verzinkboren
of centerboren. Let er daarbij op dat het verzinkboren
met de laagste snelheid moet worden uitgevoerd, terwijl
voor het centerboren een hoge snelheid vereist is.
Houtbewerking
Gelieve er op te letten dat bij het bewerken van hout
een gepaste stofafzuiging moet worden gebruikt omdat
houtstof schadelijk voor de gezondheid kan zijn. Draag
bij stofverwekkende werkzaamheden zeker een gepas
-
te stofmasker.
Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar aan
-
gesloten. De aansluiting voldoet aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften.
De netaansluiting van de klant en het gebruikte ver
-
lengsnoer moeten eveneens aan deze voorschrif-
ten voldoen.
Belangrijke aanwijzingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf
uit. Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de
motor weer worden ingeschakeld.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op
Mogelijke oorzaken zijn:
•
Versleten plekken, als aansluitkabels door venster- of
deuropeningen worden geleid.
•
Knikken door een onvakkundige bevestiging of gelei-
ding van de aansluitkabel.
•
Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
•
Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stop
-
contact is getrokken.
•
Scheuren door veroudering van de isolatie.
Boordiepteaanslag (fig. 16)
De boorspil is voorzien van een draaibare schaalring
(26) voor het afstellen van de boordiepte. Afstelwerk
-
zaamheden enkel bij stilstaande machine uitvoeren.
•
Boorspil omlaagdrukken tot het boorpunt in contact
komt met het werkstuk.
•
Klemschroef (25) losdraaien en schaalring (26) naar
voren draaien tot tegen de aanslag.
•
Schaalring (26) met de gewenste boordiepte te
-
rugdraaien en vastzetten d.m.v. de klemschroef (25).
Let op!
Bij het instellen van de boordiepte van een
cilindrisch boorgat dient u de lengte van de punt van de
boor erbij te rekenen.
Schuine stand van de boortafel afstellen (fig. 1/17)
•
Slotbout (27) onder de boortafel (4) loszetten.
•
Boortafel (4) op de gewenste hoekmaat afstellen.
•
Slotbout (27) opnieuw aanhalen teneinde de boortafel
(4) in deze stand vast te zetten.
Hoogte van de boortafel afstellen (fig. 18/19)
•
Spanschroef (3) losdraaien
•
Boortafel naar de gewenste stand brengen m.b.v. de
handkruk (17).
•
Spanschroef (3) opnieuw aanhalen.
Boortafel en rolsteun (fig. 20)
•
Na het losdraaien van de klemschroef (3) kan de
boortafel (4) worden gedraaid.
•
Na het losdraaien van de vleugelschroeven (21) kan
de rolsteun (13) worden uitgetrokken.
Werkstuk spannen
Span werkstukken principieel vast m.b.v. een machine-
bankschroef of met een gepast spanmiddel. Werkstuk-
ken nooit met de hand vasthouden! Tijdens het boren
moet het werkstuk op de boortafel (4) bewegelijk zijn
zodat een zelfcentrering kan plaatsvinden. Werkstuk
zeker borgen tegen verdraaien. Dit gebeurt best door
het werkstuk of de machinebankschroef tegen een vaste
aanslag te schuiven.
Let op !
Stukken van plaatmateriaal moeten worden in-
gespannen, anders zouden ze omhoog kunnen worden
gesleept. Stel de boortafel naargelang het werkstuk qua
hoogte en schuine stand correct af. Er moet voldoende
afstand blijven tussen de bovenkant van het werkstuk
en het boorpunt.
Bedrijf laser (fig. 21)
Inschakelen:
Breng de AAN/UIT-schakelaar laser (28)
naar de stand „I“ om de laser in te schakelen. Op het
te bewerken werkstuk worden twee laserlijnen ge
-
projecteerd waarvan het snijpunt het centrum van het
boorpunt aanduidt.
Uitschakelen:
Breng de AAN/UIT-schakelaar laser
(28) naar de stand „0“.
Gebruik van de werklamp (fig. 21/22)
Aanwijzing:
Zorg altijd voor een goede verlichting op de
werkplek.
Inschakelen:
Zet de aan/uit-schakelaar (29) in positie
„I“ om de werklamp (30) in te schakelen.
Uitschakelen
: Zet de aan/uit-schakelaar (29) in positie
„0“.