102
I
NL
VOORDAT U BEGINT
Selecteer de gebruiker
1.
Terwijl de meter is uitgeschakeld, houdt
u de “MEM”-knop ingedrukt om naar de
gebruikersinstellingen te gaan. De gebruikers-ID
knippert.
2.
Druk nogmaals op de “MEM”-knop en selecteer
gebruikers-ID: gebruiker 1, gebruiker 2 of gebruiker G.
3.
Nadat u de gewenste gebruikers-ID hebt geselecteerd,
drukt u ter bevestiging op de “SET”-knop. Het
lcd-scherm wordt uitgeschakeld.
METING
Bind de manchet om
1. Verwijder alle sieraden,
zoals horloges en armbanden,
van uw linkerarm. Let op:
gebruik uw rechterarm als
uw arts bij u een slechte
bloedsomloop in uw linkerarm
heeft vastgesteld.
2. Rol of stroop uw mouw op om de huid
bloot te leggen. Zorg dat uw mouw niet te
strak zit.
3. Houd uw arm met uw handpalm naar boven gericht
en bind de manchet om uw bovenarm. Draai de slang
vervolgens zijwaarts naar de binnenkant van de arm,
in één lijn met de pink. Of plaats de slagadermarkering
over de hoofdslagader (aan de binnenkant van uw
arm). Let op: u vindt de hoofdslagader door met 2
vingers ongeveer 2 cm boven de elleboogholte aan de
binnenkant van uw linkerarm te drukken. Bepaal waar
de hartslag het duidelijkst voelbaar is. Daar loopt de
hoofdslagader.
4. De manchet moet
nauw aansluiten,
maar mag niet te
strak zitten. Er moet
nog één vinger passen
tussen de manchet en uw arm.
5. Ga comfortabel zitten en leg de arm met de manchet op
een vlakke ondergrond. Plaats uw elleboog op een tafel
zodat de manchet zich ter hoogte van uw hart bevindt.
Houd uw handpalm naar boven gericht. Ga rechtop zitten
in een stoel en haal 5 tot 6 keer diep adem.
6. Nuttige tips voor patiënten, met name voor patiënten met
een hoge bloeddruk:
• Rust 5 minuten uit voor u de eerste meting uitvoert.
• Wacht minstens 3 minuten tussen de metingen, zodat uw
bloedsomloop zich kan herstellen.
• Voer de meting uit in een stille ruimte.
• De patiënt moet zich zoveel mogelijk ontspannen en niet
bewegen en praten tijdens de meting.
• De manchet moet op dezelfde hoogte zijn geplaatst als de
rechterboezem van het hart.
• Zorg dat u comfortabel zit. Sla uw benen niet over elkaar
en houd uw voeten plat op de grond.
• Rust met uw rug tegen de
rugleuning van de stoel.
• Probeer voor een zinvolle
vergelijking te meten
onder vergelijkbare
omstandigheden.
Voer bijvoorbeeld
dagelijkse metingen uit op ongeveer hetzelfde tijdstip,
om dezelfde arm of zoals voorgeschreven door een arts.
103
I
NL