Saf-Fro DIGISTEEL III 320C, Safety Instructions For Operation And Maintenance, Page: 153 / 263

NL
8 DIGISTEEL III 320C/DIGIPULS III 320C
WAARSCHUWING :
De volgende draden worden gebruikt met omgekeerde polariteit: SD ZN = SAFDUAL ZN.
2.4. DE LASDRAAD PLAATSEN
Ga als volgt te werk om de lasdraad te plaatsen:
Schakel de voedingsbron uit;
Open de kap van de draadaanvoer (5) en zorg dat hij niet kan dichtklappen;
Maak de moer van de katrolas (6) los;
Plaats de katrol op de as; Zorg dat de paspen van de as (6) zich op de juiste positie bevindt;
Plaats de moer (6) terug op de as en draai hem in de richting die is aangegeven met een pijl;
Laat de hendel van de draadaanvoer (9) zakken, zodat de rollen worden gedeblokkeerd;
Haal het einde van de draad van de katrol en snijd het vervormde eindstuk af;
Trek de eerste 15 centimeter van de draad recht;
Plaats de draad via de inlaatgeleider van de plaat;
Laat de rollen (9) zakken en til de hendel op om ze te blokkeren;
Pas de druk van de rollen op de draad aan om de juiste spanning te realiseren.
Draadaanvoer
De draadaanvoerknop (8) zorgt dat de draad in de toorts wordt aangevoerd. De draad zal eerst een seconde op minimumsnelheid worden
aangevoerd. Daarna neemt de snelheid geleidelijk aan toe tot de ingestelde draadsnelheid is bereikt. De maximumsnelheid is 12 meter per
minuut. U kunt deze instellingen op elk gewenst moment wijzigen; de snelheid wordt op het display getoond.
De draad door de toorts voeren
Houd de draadaanvoerknop (8) ingedrukt;
U kunt de draadsnelheid aanpassen via de knop op het paneel aan de voorzijde.
De gasleiding vullen of het gasdebiet aanpassen
Druk op de gasspoelknop (9).
2.5. SLIJTDELEN VAN DE DRAADAANVOER
De slijtdelen van de draadaanvoer, het onderdeel dat de lasdraad moet geleiden en aanvoeren, moeten worden aangepast aan het type en de
diameter van de gebruikte lasdraad. Slijtage van deze onderdelen kan van invloed zijn op de lasresultaten. U moet ze daarom regelmatig
vervangen.
Raadpleeg alinea 5.5 voor hulp bij het kiezen van slijtende onderdelen voor de draadaanvoer.
2.6. DE TOORTS AANSLUITEN
Sluit de MIG-lastoorts aan de voorzijde van de draadaanvoer aan. Controleer echter eerst of de draadaanvoer is voorzien van de juiste slijtdelen
voor de gebruikte lasdraad.
Raadpleeg de instructies bij de lastoorts voor meer informatie.
2.7. AANSLUITING VOOR DE GASINLAAT
De gasinlaat bevindt zich aan de achterkant van de voedingsbron. Sluit hem gewoon aan op de uitgang voor de drukregeling van de gasfles.

Plaats de gasfles achter de voedingsbron op de trolley en maak hem vast met een riempje;

Open de kraan van de gasfles iets, zodat aanwezige onzuiverheden kunnen ontsnappen. Draai de kraan daarna weer dicht;

Bevestig de drukregelaar/debietmeter;

Draai de gasfles open.
Het gasdebiet dient tijdens het lassen tussen 10 en 20 liter per minuut te zijn.
WAARSCHUWING :
Gebruik het veiligheidsriempje om de gasfles goed op de trolley te bevestigen.
2.8. INSCHAKELEN
De hoofdschakelaar bevindt zich aan de achterkant van de voedingsbron.
Druk de schakelaar in om het systeem in te schakelen.
NB: Zit nooit aan de schakelaar tijdens een lascyclus.
De voedingsbron toont tijdens elke opstartcyclus de softwareversie en de voedingsbron.