37
Nederlands
NL
GB
PT
DK
SE
FI
NO
RU
PL
CZ
HU
RO
LV
LT
EE
HR
SI
SK
GR
TR
FR
DE
ES
IT
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Q
Draag altijd een veiligheidsbril voorzien van
zijschotjes.
Een gewone bril heeft alleen maar
schokbestendig glas. Dit is geen veiligheidsbril.
Q
Bescherm uw longen.
Draag een gelaatsmasker of
een stofmasker bij werkzaamheden waarbij stofdeeltjes
vrijkomen.
Q
Bescherm uw gehoor.
Draag oorbeschermers of
oordoppen bij langdurig gebruik van de machine.
Q
Zet het werkstuk goed vast.
Bevestig het werkstuk
altijd met passende bevestigingsmiddelen. Dit is
veiliger dan om het met uw hand vast te houden.
Op die manier kunt u trouwens uw beide handen
gebruiken om het apparaat bedienen.
Q
Werk niet buiten uw macht.
Ga altijd stevig op uw
benen staan en reik niet te ver weg met uw arm.
Q
Houd uw apparaat in goede staat van werking.
Houd uw gereedschap altijd scherp en schoon voor
betere resultaten en optimale veiligheid. Smeer de
accessoires en vervang ze volgens de voorschriften.
Q
Trek de stekker van het apparaat uit het stop-
contact
voordat
u onderhoud gaat verrichten of
accessoires gaat verwisselen, zoals zaagbladen,
boorbits of frezen.
Q
Zorg dat het apparaat niet ongewild in werking
kan treden.
Controleer eerst of de schakelaar op UIT
staat voordat u de machine op de stroom aansluit.
Q
Gebruik uitsluitend accessoires die de door
de fabrikant zijn aanbevolen.
Het gebruik van
ongeschikte accessoires kan gevaar voor letsel met
zich meebrengen.
Q
Ga nooit op de machine staan.
U loopt het risico u
ernstig te verwonden als de machine kantelt of als u
per ongeluk de frees aanraakt.
Q
Inspecteer het apparaat geregeld.
Controleer de
uitlijning van de bewegende delen. Kijk of er geen
onderdelen gebroken zijn. Controleer de montage
en alle andere elementen die de goede werking van
het gereedschap kunnen beïnvloeden. Beschadigde
beschermkappen of andere onderdelen moeten
worden vervangen of deskundig worden gerepareerd.
Controleer, voordat u het apparaat opnieuw gebruikt, of
het vervangen of gerepareerde onderdeel goed werkt.
Q
Aanvoerrichting.
Beweeg het werkstuk altijd tegen-
overgesteld aan de bewegingsrichting van de frees.
Q
Loop nooit weg bij het apparaat als dit aan nog
staat.
Schakel het eerst uit. Loop niet weg bij het
apparaat zolang dit niet volledig tot stilstand is
gekomen.
Q
Houd het netsnoer in goede staat.
Geef geen ruk aan
het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken.
Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen,
olie en scherpe voorwerpen.
Q
Zorg ervoor dat de frezen schoon en scherp-
geslepen zijn.
Een scherpe frees zal minder snel
vastlopen. Vervuilde en botte frezen kunnen eventueel
problemen veroorzaken met de juiste geleiding van het
werktuig en de gebruiker verwonden.
Q
Houd uw handen uit de buurt van de freeszone en
de frees.
Plaats uw handen nooit onder de tafel of in
de baan van de frees als het apparaat op de stroom
is aangesloten.
Q
Zet de bovenfreestafel stevig vast aan een
werkbank
zodat het tafelblad op de hoogte van uw
heupen komt.
Q
Zorg dat u apparaat droog en schoon blijft, zonder
sporen van olie of vet.
Gebruik altijd een schone
doek om het apparaat te reinigen. Gebruik daarvoor
nooit remvloeistoffen, producten op basis van benzine
of sterke oplosmiddelen.
Q
Blijf
waakzaam.
Gebruik het apparaat nooit wanneer
u vermoeid bent, onder invloed bent van drank of drugs,
of wanneer u medicijnen gebruikt.
Q
Gebruik het apparaat niet als u het niet meer met
de schakelaar aan en uit kunt zetten.
Laat een
defecte schakelaar vervangen in een erkend Ryobi
servicecentrum.
Q
Zet de schakelaar van uw apparaat altijd op "UIT"
voordat u de stekker uit het stopcontact neemt.
Zo voorkomt u dat het apparaat ongewild in
werking treedt wanneer u de stekker weer in het
stopcontact steekt.
Q
Bewaar deze voorschriften zorgvuldig.
Sla ze
regelmatig op en gebruik ze om andere gebruikers op
de hoogte te stellen. Als u dit apparaat uitleent, geef
er dan ook de bijbehorende gebruikershandleiding bij.
WAARSCHUWING
Bepaalde soorten stof veroorzaakt door schuren,
zagen, slijpen, boren of andere bouwactiviteiten
bevatten chemische stoffen die kankerverwekkend
kunnen zijn en afwijkingen bij de geboorte of
vruchtbaarheidsproblemen kunnen veroorzaken.
Voorbeelden van dit soort chemische stoffen zijn:
-
lood, in verfproducten op loodbasis,
-
gekristalliseerd silicium, dat voorkomt in
bakstenen, cement en andere metselwerk-
producten, en
-
chroom, in bepaalde chemisch behandelde
houtproducten.
ART-3_EU manual_v2.indd 37
ART-3_EU manual_v2.indd 37
2010.3.30 5:55:31 PM
2010.3.30 5:55:31 PM