VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
De trillingsemissiewaarde kan zich tijdens gebruik van het apparaat van de
aangegeven waarde onderscheiden, afhankelijk van de manier en wijze waarop
het apparaat gebuikt wordt. Afhankelijk van de feitelijke gebruiksomstandigheden
(intermitterend) kan het noodzakelijk zijn veiligheidsmaatregelen te nemen voor
bescherming van de gebruiker.
2. Inbedrijfstelling
2.1. Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Neem de netspanning in acht! Voordat de elektrische pijpsnijder of het snel-
ning in acht!
ning in acht!
laadapparaat wordt aangesloten, dient te worden gecontroleerd of de spanning
die op het typeplaatje is aangegeven, overeenkomt met de netspanning. Gebruik
voor ROLLER’S Smart-Cut uitsluitend contactdozen/verlengkabels met correct
functionerende randaarding. Op bouwplaatsen, in vochtige omgevingen, in
binnen- en buitenruimten of bij soortgelijke opstellingen mag de elektrische
pijpsnijder uitsluitend op het net worden aangesloten via een aardlekschakelaar
die de stroomtoevoer onderbreekt zodra de lekstroom naar de aarde gedurende
200 ms de 30 mA overschrijdt.
Accu’s
LET OP
LET OP
Plaats de accu (9) altijd verticaal in de aandrijfmachine of het snellaadapparaat.
Een schuine plaatsing beschadigt de contacten en kan een kortsluiting veroor-
zaken, waardoor de accu beschadigd wordt.
Diepontlading door onderspanning
Een minimumspanning mag bij accu’s Li-ion niet worden onderschreden, omdat
anders de accu door diepontlading kan worden beschadigd. De cellen van de
ROLLER accu’s Li-ion zijn bij afl evering voor ca. 40% voorgeladen. Daarom
moeten de accu’s Li-ion vóór gebruik geladen en daarna regelmatig bijgeladen
worden. Als dit voorschrift van de cellenfabrikant niet in acht wordt genomen,
kan de accu Li-ion door diepontlading worden beschadigd.
Diepontlading door opslag
Als een relatief weinig geladen accu Li-ion wordt opgeslagen, kan deze bij een
langere opslag door zelfontlading diepontladen raken en zo beschadigd worden.
Accu’s Li-ion moeten daarom voor de opslag worden geladen en vervolgens om
de zes maanden bijgeladen en vóór nieuwe belasting nogmaals worden opgeladen.
LET OP
LET OP
Voor gebruik de accu laden. Li-ionaccu’s dienen regelmatig te worden
bijgeladen, om diepontlading te voorkomen. Bij diepontlading wordt de
accu beschadigd.
Gebruik voor het opladen van de ROLLER’S accu alleen goedgekeurde ROLLER’S
snellaadapparaten, zie gebruiksoverzicht fi g. 4. Nieuwe en langere tijd niet
gebruikte accu’s Li-ion bereiken pas na meerdere laadbeurten hun volledige
capaciteit.
capacit
capacit
Snellaadapparaat Li-ion/Ni-Cd (art.-nr. 571560)
Snellaadapparaat Li-ion/Ni-Cd
Snellaadapparaat Li-ion/Ni-Cd
Als de netstekker ingestoken is, brandt het linker controlelampje continu groen.
Als een accu in het snellaadapparaat gestoken is, geeft een groen knipperend
controlelampje aan dat de accu geladen wordt. Brandt dit controlelampje continu
groen, dan is de accu opgeladen. Knippert een controlelampje rood, dan is de
accu defect. Brandt een controlelampje continu rood, dan ligt de temperatuur
van het snellaadapparaat en / of de accu buiten het toelaatbare werkbereik van
0°C tot +45°C.
LET OP
LET OP
De snellaadapparaten zijn niet geschikt voor gebruik in openlucht.
2.2. Opstellen van de machine
Plaats de elektrische pijpsnijder op de opklapbare werkbank ROLLER’S Werkmeister
E of ROLLER’S Werkmeister (toebehoren, art.nr. 120240 resp. 120200). Als
alternatief kunt u de buisarm (2) afschroeven en de basisplaat (1) in de bankschroef
klemmen (fi g. 3) of de basisplaat door de gaten (3) met schroeven op de ondergrond
vastschroeven. Langere buizen moeten in ieder geval met ROLLER’S Assistent
3B of ROLLER’S Assistent WB (toebehoren, art.nr. 120120 resp. 120130), indien
nodig aan beide zijden van de machine, worden ondersteund.
2.3. Montage (vervangen) van het snijwiel (4)
Trek de netstekker uit of verwijder de accu! Kies het geschikte snijwiel:
●
ROLLER snijwiel Cu-INOX voor roestvaststalen buizen, stalen buizen en
koperen buizen van de persfi ttingsystemen
●
ROLLER snijwiel V voor meerlaagse buizen
Verwijder de zeskantmoer (5) met de steeksleutel SW 8. Breng het snijwiel (4)
aan (vervangen). Let erop dat de nokken van de aandrijfas in de draaimeene-
mers van het snijwiel grijpen. Monteer de zeskantmoer (5) weer.
LET OP
LET OP
Gebruik alleen originele ROLLER snijwielen! Bij gebruik van een niet-geschikt
snijwiel wordt dit beschadigd of wordt de buis niet afgekort.
3. Bedrijf
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Risico van letsel!
Draag geschikte kleding. Draag geen wijde kleding of sieraden. Houd uw
haar, kleding en handschoenen verwijderd van bewegende onderdelen.
Losse kleding, sieraden of lange haren kunnen door bewegende onderdelen
worden gegrepen.
3.1. Werkproces
Trek de handgreep (7) naar boven, totdat de af te korten buis op de buissteun
(6) kan worden gelegd. Buitenbramen (zaagbramen) aan de buis dienen te
worden verwijderd, anders worden de looprollen beschadigd. Let erop dat een
voor de af te korten buis geschikt snijwiel (4) wordt gekozen/gemonteerd. Stoot
bij het aanbrengen van de buis niet tegen het snijwiel, anders kan het snijwiel
worden beschadigd. Markeer het zaagpunt op de buis en positioneer dit onder
het snijwiel. Ondersteun langere buizen (zie 3.2.). Druk op de veiligheidstip-
schakelaar (8), duw de handgreep (7) tegen de buissteun en kort de buis af.
LET OP
LET OP
Als het snijwiel tijdens het afkorten breekt, mag het nieuw gemonteerde snijwiel
niet in dezelfde snede van de af te korten buis worden geplaatst. Anders wordt
het nieuwe snijwiel beschadigd door brokstukken die in de snede zijn achter-
gebleven.
3.2. Ondersteuning van het materiaal
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Buizen en langere stukken buis moeten altijd worden ondersteund, indien nodig
aan beide zijden, bijv. met de in hoogte verstelbare materiaalsteun ROLLER’S
Assistent 3B of ROLLER’S Assistent WB (toebehoren, art.nr. 120120 resp.
120130). Let erop dat de in hoogte verstelbare materiaalsteun hierbij op dezelfde
hoogte als de buissteun (6) is ingesteld. Hierdoor wordt een niet-rechte loop
van de buis gereduceerd en wordt voorkomen dat de buizen ongecontroleerd
op de grond vallen.
3.3. Beveiliging tegen diepontlading
ROLLER’S
Smart-Cut 11 V is uitgerust met een beveiliging tegen diepontlading
Smart-Cut 11 V
Smart-Cut 11 V
van de accu. Deze schakelt het elektrische gereedschap uit, zodra de accu
weer moet worden geladen. Verwijder in dit geval de accu en laad deze met
het ROLLER snellaadapparaat op.
4. Service
Ongeacht het hieronder beschreven onderhoud wordt aanbevolen om het
elektrische apparaat ten minste één keer per jaar naar een geautoriseerde
ROLLER klantenservice te brengen voor een inspectie en herhaalde controle
van het elektrische apparaat. In Duitsland is zo’n herhaalde controle van
elektrische apparaten volgens DIN VDE 0701-0702 verplicht en volgens het
ongevalpreventievoorschrift DGUV-voorschrift 3 ‘Elektrische installaties en
bedrijfsmiddelen’ ook voor mobiele elektrische bedrijfsmiddelen voorgeschreven.
Daarnaast dienen de voor de plaats van inzet geldende nationale veiligheids-
bepalingen, regels en voorschriften in acht genomen en gevolgd te worden.
4.1. Onderhoud
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Vóór onderhoudswerkzaamheden altijd de netstekker uittrekken of de
accu verwijderen!
Houd de looprollen van de buissteun (6), het snijwiel (4) en de snijwielopname
schoon. Sterk verontreinigde metalen onderdelen kunnen met machinereiniger
worden gereinigd en dienen aansluitend tegen roest te worden beschermd.
Reinig kunststof onderdelen (bijv. de kast) uitsluitend met machinereiniger of
met milde zeep en een vochtige doek. Gebruik geen huishoudelijke reinigings-
middelen. Deze bevatten allerlei chemicaliën die kunststof onderdelen kunnen
beschadigen. Gebruik voor de reiniging in geen geval benzine, terpentijnolie,
thinner of dergelijke producten.
Zorg ervoor dat vloeistoffen nooit op of binnen in het elektrische gereedschap
kunnen terechtkomen. Dompel het elektrische apparaat nooit in een vloeistof
onder.
4.2. Inspectie/reparatie
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden netstekker cq. accu
uitnemen! Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Het aandrijfwerk van ROLLER’S Smart-Cut en ROLLER’S Smart-Cut 11 V loopt
Smart-Cut 11 V
Smart-Cut 11 V
in een continue vetvulling en hoeft daarom niet te worden gesmeerd. De motoren
van ROLLER’S Smart-Cut en ROLLER’S Smart-Cut 11 V hebben koolborstels.
Smart-Cut 11 V
Smart-Cut 11 V
Deze verslijten en moeten daarom regelmatig worden gecontroleerd door
gekwalifi ceerd vakpersoneel of door een geautoriseerde ROLLER klantenser-
vice. De koolborstels kunnen niet worden vervangen, zodat eventueel de motor
moet worden vervangen. Zie ook ‘5. Wat te doen bij storingen’.
nld nld
22