Nederlands
Nederlands
46
47
Het opzetten van de TEAM RoadCOM
1) Installeren van een CB antenne
De antenne is een van de meest belangrijke onderdelen van de installatie. Het type anten-
ne en de montageplaats heeft een groot effect op de afstand. Volg de volgende criteria voor
de beste locatie en installatie van uw antenne.
> Verzeker u ervan dat de antenne voor de 27MHz is ontworpen.
> De locatie van de antenne moet zo hoog mogelijk zijn, zonder naaste obstakels.
> De antenne kabel mag niet zijn beschadigd en vanaf de fabriek voorzien zijn van een con-
nector.
> De kabel mag niet strak liggen.
> De afstand die u kunt overbruggen is afhankelijk van mechanische lengte van de antenne.
Wanneer u een mobile antenne installeert let dan op de volgende adviezen.
> De antenne moet in het midden van de carrosserie worden bevestigd.
> De spoel van de mobiel antenne moet zo dicht mogelijk bij het metaal van de carrosserie
worden bevestigd.
Er zijn ook andere mogelijkheden van bevestigingen zonder een gat te boren in de carrosse-
rie van de auto, bijvoorbeeld de bevestiging met een beugel op een dakgoot of kofferdeksel
of gebruik maken van een magneetvoet of een on-glass antenne.
Voor basisstations bevelen we een antenne op het dak aan. Bijvoorbeeld de TEAM ECO 050
of ECO 200.
> Monteer de 27mc antenne nooit in de nabijheid van de radio of TV antenne, dit beïnvloedt
de ontvangst van de radio of TV.
> De basis antenne moet aan een bliksem beveiliging worden aangesloten.
> Alle aangesloten kabels moeten zo kort mogelijk worden gehouden. In ieder geval niet lan-
ger dan 3mtr.
2) Antenne aansluiting
Voordat u de zendtoets indrukt moet de antenne worden aangesloten. De PL259 plug van
de antenne kabel (coax) wordt aan SO239 ( 21) aan de achterzijde aangesloten. Zorg ervoor
dat alle pluggen goed zijn aangesloten en gesoldeerd. Slecht aangesloten pluggen kunnen
uw radio beschadigen en de afstand zal worden gereduceerd.
De antenna moet met de radio worden aangepast anders zal een deel van het zend vermo-
gen in de antenne worden gereflecteerd. Dit zorgt ook voor een gereduceerde afstand. De
lengte van de antenne moet worden aangepast, dit wordt gemeten met een SWR (Team
SWR 1180P. Na de meting moet de SWR meter worden verwijderd.
3) Installatie in de auto
Wanneer u het apparaat in de auto wilt bevestigen, dan kunt u de mobiele houder voor onder
het dashboard gebruiken of het meegeleverde frame voor montage in de autoradio ruimte.
De zender altijd op een plaats monteren waar u makkelijk bij de bediening kunt. Andere
belangrijke punten voor een goede bevestiging van het apparaat:
> geen beperking van het gezichtveld
> Goed bereik van de bedieningselementen.
> Een goede lucht circulatie om oververhitting van het apparaat te verhinderen.
Let erop dat het LC display ( 6) alleen onder een bepaalde hoek goed zichtbaar is. Ook het
zonlicht zorgt voor een slecht afleesbaar scherm. Het is aan te bevelen om de beste positie
te controleren voordat u gaat inbouwen. Het apparaat kan eenvoudig in verschillende posi-
ties worden gemonteerd door gebruik te maken van de montage beugel.
4) Microfoon DM-106S
De microfoon ( 1 ) kan in de 6 pin ( 10 ) op het front paneel aansluiten. Er is geen zend en
ontvangst mogelijk zonder microfoon. De aansluiting is volgens de GDCH standaard.
PIN 1 Modulatie
PIN 2 Luidspreker
PIN 3 PTT
PIN 4 Up/Down
PIN 5 Massa
PIN 6 +12 Volt
Soldeer zijde van de microfoon connector.
De standaard microfoon DM-106S, die bij de RoadCom wordt geleverd is voorzien van een
kanaal selectie en signaal toon. Deze microfoon is de beste keuze voor uw RoadCOM. Als u
een andere dan de meegeleverde microfoon wilt gebruiken moet u ervan verzekerd zijn dat
het microfoon kapsel ook bij een losgelaten PTT toets met de zend-ontvanger blijft verbon-
den anders kan de VOX-functie van de RoadCom (spraak sturing van de zender) niet wer-
ken.
5) Spanning bron.
Voordat u de spanning aansluit op de DC kabel moet de zendontvanger zijn uitgeschakeld.
Sluit dan de DC kabel aan op de connector (22) op het achter front. Om de zender te
beschermen tegen verkeerde polariteit, kan de plug maar op een manier worden aangeslo-
ten op de connector. (22)
Sluit dan de twee kale uiteinden van de kabel op de accu van de auto aan. De zender is
geschikt voor werking met negatieve massa op het elektrische systeem 13,8volt DC / 24volt
DC. Legt de kabel zover mogelijk weg van aggregaten die interferentie kunnen verzorgen.
Let bij het aansluiten op de correcte polariteit.
ZWART
Sluit deze aan op de - MIN/ massa van de auto accu.
ROOD
Sluit deze aan op de 12/24 volt + PLUS van de auto accu.
Bij het verwijderen van de plus blijven de laatste instellingen na het uitschakelen van de zen-
der bewaard.
RoadCOM manual.qxd 01.03.2005 12:41 Seite 46