87
d) Netaansluiting
De contactdoos waarop de netadapter wordt aangesloten, moet gemakkelijk bereikbaar zijn,
zodat de netadapter in geval van storingen snel en zonder gevaren van de netspanning kan
worden gescheiden.
Zorg ervoor dat het snoer van het netdeel niet met andere kabels in aanraking komt.
Wees voorzichtig bij de omgang met netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning kan levens-
gevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Laat kabels niet los liggen. Deze dienen op deskundige wijze gelegd te worden om gevaar voor
ongevallen te voorkomen.
Let voor het verbinden van het netdeel op dat de aan de laser aangesloten netdeel met de aan-
wezige netspanning overeenstemt. Als de gegevens niet overeenkomen met de beschikbare
netspanning, kunt u het netdeel niet aansluiten. Bij een verkeerd ingestelde voedingsspanning
kan het komen tot onherstelbare schade aan het netdeel of de DMX-controller en tot gevaar
voor de gebruiker.
Voordat u hem op de stroomvoorziening aansluit, dient u er zeker van te zijn dat de DMX-con-
troller is uitgeschakeld (schakelaar POWER (26) in stand “O” zetten).
• Verbindt de aansluitkabel van de netadapter met de aanslutiing DC INPUT (25) aan de DMX-controller.
• Steek de netadapter in een wandcontactdoos.
• Het DMX-controller wordt met de schakelaar POWER (26) in- en uitgeschakeld.
Stand O: apparaat uitgeschakeld
Stand I: apparaat ingeschakeld).
10. Bediening
a) Voorbereiding
Adressering van de lichteffecten
Het DMX-controller wijst de startadressen aan de 12 codeerbare lichteffecten in een 20-tal stappen toe.
Codeer daarom de startadressen van uw lichteffecten eveneens in een 20-tal stappen aangezien anders
geen juiste kanaaltoewijzing naar de lichteffecten mogelijk is.
Lichteffect startadres lichteffect startadres lichteffect startadres
1
1
5
81
9
161
2
21
6
101
10
181
3
41
7
121
11
201
4
61
8
141
12
221
Wanneer u meerdere lichteffecten aan hetzelfde startadres toewijst, werken ze synchroon.
Summary of Contents for Joystick 1359969
Page 103: ...103 ...