92
Afspelen van een programma
• Selecteer het gewenste programma met de toetsen BANK (9).
• Druk de toets AUTO/DEL (7) in zodat de LED AUTO oplicht.
• Het programma wordt afgespeeld.
• Stel programmaloopsnelheid met de fader SPEED (17) in.
• Stel de overlooptijd met de fader FADE TIME (16) in.
SPEED = tijd waarin het programma in een stap verblijft (daarna wordt naar de volgende stap
overgegaan).
FADE TIME = tijd, waarin het programma van een stap naar de volgende verandert (duur van de
overlap van een stap naar de volgende).
De praktijk heeft uitgewezen dat eerst fader SPEED (17) moet worden ingesteld en dan een vloei-
ende overgang met fader FADE TIME (16) wordt gerealiseerd.
Wanneer de FADE TIME groter is dan de SPEED-instelling kan het lichteffect niet meer in de
geprogrammeerde eindstanden rijden.
• De programmaloopsnelheid SPEED kunt u anders ook met de toets TAP DISPLAY (10) instellen. Druk
deze toets tweemaal in. Het interval tussen de beide keren dat u de toets indrukt komt overeen met de
programmaloopsnelheid SPEED.
• Om een lopend programma aan te houden, drukt u op de toets PROGRAM/PAUSE (3). De terugschakeling
van de scènes wordt aangehouden.
• Druk de toets PROGRAM/PAUSE (3) opnieuw in om het programma terug te activeren.
• Om enkel het lichteffect donker te schakelen zonder de programmacyclus te onderbreken, drukt u op de
toets BLACKOUT (11). Wanneer u opnieuw op deze toets drukt, schakelt het lichteffect opnieuw helder.
Testen van een programma
• Druk de toets PROGRAM/PAUSE (3) in en houd deze ingedrukt tot de bijhorende LED knippert.
• Druk op de knop BLACKOUT (11) om de blackout-modus te deactiveren en de lichtscenes zo optisch te
kunnen controleren.
• Selecteer het gewenste programma met de toetsen BANK (9).
• Druk op de toetsen SCENES (2) om de individuele scènes te testen.
U kunt dus met deze functie de afzonderlijke scenes bekijken zoals ze geprogrammeerd werden.
Wijzigen van individuele scènes in een programma
Het komt vaak voor dat individuele scènes gewijzigd moeten worden. Om niet altijd het hele programma te
moeten veranderen, kunt u ook individuele scènes aanpassen.
• Druk de toets PROGRAM/PAUSE (3) in en houd deze ingedrukt tot de bijhorende LED knippert.
• Druk op de knop BLACKOUT (11) om de blackout-modus te deactiveren en de lichtscenes zo optisch te
kunnen controleren.
• Selecteer het gewenste programma met de toetsen BANK (9).
• Druk de toets SCENES (2) van de scène in, die moet worden aangepast.
Summary of Contents for Joystick 1359969
Page 103: ...103 ...