
80
• Er mogen zich ook geen apparaten met sterke elektrische vel-
den in de buurt van de alarminstallatie bevinden (vb. draadloze
telefoons, draadloze apparaten, elektrische motoren, enz.) Ook
directe warmtebronnen kunnen tot functiestoringen leiden.
• De voedingsspanning bedraagt 12 tot 16 V/CC.
• Zorg dat elektrische apparatuur niet in contact komt met vloei-
stof.
• Gebruik het product nooit afgedekt. Zorg altijd voor voldoende
ventilatie.
• Neem bovendien ook de gebruiksaanwijzing van de producten
in acht, die met deze alarminstallatie kunnen worden gebruikt.
• Reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een gekwalifi-
ceerd vakman resp. in een vakwerkplaats worden uitgevoerd.
• Gelieve u tot onze technische helpdesk te wenden indien u
vragen heeft die niet beantwoord worden in deze gebruiksaan-
wijzing.